Grammatica herhaling gesplitst ww/zinsdelen/lv

Grammatica blok 3


1. Pak je spullen (leerboek, schrift en etui)
2. Telefoon in je tas
3. Log in bij lessonup.app
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica blok 3


1. Pak je spullen (leerboek, schrift en etui)
2. Telefoon in je tas
3. Log in bij lessonup.app

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
Onze kat wil steeds op het aanrecht klimmen.

Slide 2 - Open vraag

Wat zijn zinsdelen?

Slide 3 - Woordweb

Wat is de persoonsvorm?
Ik heb een blaadje van de kalender gescheurd.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ik heb een blaadje van de kalender gescheurd.

Slide 5 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Monica pakt alle cadeautjes in.

Slide 6 - Open vraag

Splitsbare werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

SPLITSBARE WERKWOORDEN

Slide 9 - Tekstslide

Splitsbare werkwoorden
Is dit een splitsbaar werkwoord?

Aanschuiven

Ja!
De leerlingen schuiven hun stoelen aan

Slide 10 - Tekstslide

schrijf het splitsbare werkwoord op
Geef jij de appelmoes door?

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het splitsbare werkwoord op.
Hoe laat haal jij me op?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het wwg?
Aukje zit de hele tijd te lachen.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het wwg?
Heb jij je tas al ingepakt?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het wwg?
Wat zitten jullie toch de hele tijd te kletsen.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Kun jij mij vergeven?

Slide 16 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Mijn vriend Mounir leest op de bank een stripboek.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het onderwerp?
Dat zal me niet nog eens gebeuren.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
De bakker verkoopt slagroomtaart in zijn winkel.

Slide 19 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
Mijn moeder kookt elke week lekkere soep voor mij.

Slide 20 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
De scheidsrechter gaf een gele kaart aan de keeper.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp?
De kleuter knipt de plaatjes uit.

Slide 22 - Open vraag

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
De burgemeester knipt het lint door.
A
2
B
3
C
4

Slide 23 - Quizvraag

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
De politie wil de relschoppers een bekeuring geven.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 24 - Quizvraag

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
Vegen de rotzooimakers de rommel op?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 25 - Quizvraag