Ὁ Ὀρφεὺς καὶ ἡ Εὐρυδίκη

- ᾂδει = ww. verwant aan ἡ ᾠδή
- νεανίσκος > < παιδίσκη
- ὡς = 'zoals'
Ὁ Ὀρφεὺς νεανίσκος ἐστίν·
 καλός ἐστι
καὶ ᾂδει ὡς θεός.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksSecundair onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

- ᾂδει = ww. verwant aan ἡ ᾠδή
- νεανίσκος > < παιδίσκη
- ὡς = 'zoals'
Ὁ Ὀρφεὺς νεανίσκος ἐστίν·
 καλός ἐστι
καὶ ᾂδει ὡς θεός.

Slide 1 - Tekstslide

ORPHEUS: welke info krijg je over hem in R 1-3?

Slide 2 - Sleepvraag

Πολλοὶ οὖν ἄνθρωποι ἀκούουσιν.
Οὐ μόνον οἱ ἄνθρωποι ἀκούουσιν,
ἀλλὰ καὶ τὰ ζῷα ἀκούει.
Ὁ δὲ ἥλιος ἀκούει
καὶ ἡ σελήνη ἀκούει.

Slide 3 - Tekstslide

Wie luistert er allemaal naar het gezang van Orpheus?

Slide 4 - Sleepvraag

χαίρειν = 'blij zijn'
Οἱ δὲ λίθοι καὶ οἱ ποταμοὶ θαυμάζουσι τὴν καλὴν ᾠδήν.
Τὰ δὲ δένδρα χαίρει
καὶ ἡ γῆ χαίρει.
Ὁ γὰρ Ὀρφεὺς καλὴν φωνὴν ἔχει.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de correcte vertaling van de woordgroep τὴν καλὴν ᾠδήν ?


A
een mooi lied
B
het mooie lied
C
haar mooi lied

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de naamval + functie van
Τὰ δένδρα ?
Hint: χαίρειν = 'blij zijn'
A
nom. O
B
acc. LV

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de correcte vertaling van de woordgroep καλὴν φωνὴν ?
A
een mooie stem
B
de mooie stem
C
zijn mooie stem

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de naamval + functie van καλὴν φωνὴν ?
A
nom. O
B
acc. LV

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Er duikt een nieuw (menselijk) personage op
in het verhaal: Eurydicè.
Wat zal er nu volgens jou gebeuren?

Slide 11 - Poll

πρός = vz. ('naar', 'tot bij')
οὔτε ... οὔτε = 'niet ... en niet'; 'noch ... noch'
Ἡ Εὐρυδίκη παιδίσκη ἐστίν.
Βλέπει πρὸς τὸν Ὀρφέα
καὶ τὸν καλὸν νεανίσκον θαυμάζει.
Ἀκούει δὲ καὶ θαυμάζει τὴν καλὴν ᾠδήν.
Οὔτ’ οὖν πίνειν οὔτ’ ἐσθίειν ἐθέλει,

Slide 12 - Tekstslide


τὸν Ὀρφέα: naamval-functie(-rol)?
Hint: πρός = vz. ('naar', 'tot bij')

Slide 13 - Open vraag

Welke woorden bewijzen onze verwachting?

Slide 14 - Tekstslide

τίς (vrag. vnw.) = 'wie?'
οὐκέτι = 'niet meer'
σε = (Lat.) te

ἀλλὰ πρὸς τὸν Ὀρφέα βαίνει
καὶ λέγει
"Τίς εἶ;
Τὴν γὰρ ᾠδὴν θαυμάζω.
Σε λείπειν οὐκέτι ἐθέλω."

Slide 15 - Tekstslide

Wie van de twee neemt het initiatief om kennis te maken met elkaar?
A
Orpheus
B
Eurydicè

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal Τὴν γὰρ ᾠδὴν θαυμάζω in correct en vlot Nederlands:

Slide 17 - Open vraag

Σε λείπειν οὐκέτι ἐθέλω: Moest jij Orpheus zijn,
hoe zou jij je dan voelen als je
deze woorden van Eurydice hoort?

Slide 18 - Woordweb

στέργειν, -ω = 'beminnen', 'houden van'
Ἡ τύχη ἀγαθή ἐστιν·
ὀ γὰρ Ὀρφεὺς στέργει τὴν Εὐρυδίκην
καὶ ἡ Εὐρυδίκη τὸν Ὀρφέα στέργει.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom spreekt de verteller van
τύχη ἀγαθή? Baseer je op de context.

Slide 20 - Open vraag