Bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1

Grammatica

Bijvoeglijke naamwoorden + onregelmatige werkwoorden

Onregelmatige werkwoorden 

zeggen

1. hebben gezeggen
2. hebben gezegd
3. zijn gezegd
4. zijn gezag

drinken

1. hebben gedronken
2. hebben gedronk
3. zijn gedronken
4. zijn gedrinken

lezen

1. hebben gelazen
2. hebben gelezen
3. zijn gelezen
4. zijn gelas

slapen

1. zijn gesliep
2. hebben gesliep
3. hebben geslapen
4. zijn geslapen

weten

1. zijn geweten
2. hebben geweten
3. zijn gewisten
4. hebben gewisten

zijn

hebben

doen

gaan

kijken

Bijvoeglijk naamwoord

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Dit woord zegt iets over een werkwoord
2. de/ het/ een
3. Dit woord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Vertelt meer over een zelfstandig naamwoord (znw)

Kan voor of achter het znw staan

- het spannende boek

- een spannend boek'

- het boek is spannend

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. de
2. leerling
3. snapt
4. slimme

De rode jas hangt nog aan de kapstok.

Het bijvoeglijk naamwoord is:

1. jas
2. rode
3. kapstok
4. hangt

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?

1. Blonde
2. Man
3. Paard
4. De

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?

'Morgen komt mijn lieve vriendin op bezoek'

1. morgen
2. lieve
3. komt
4. vriendin

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb een nieuwe telefoon gekregen.

het bijvoeglijk naamwoord is:

De jas, die ik gister heb gekocht, is groen.

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er leuke muziek op gezet.

het bijvoeglijk naamwoord is:

Alles van mijn favoriete band staat erop

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er een goede koptelefoon bij gekocht.

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD: de regels

- de spannende film (de film)

- het spannende boek (het boek)

- een mooie film (de film)

- een mooi boek (het boek)

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?