Les 2, dativus (versie 2)

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Bedenk een Nederlandse zin met
een meewerkend voorwerp.

Welk getal en naamval is: populi?
populus = volk

1. nom ev
2. dat ev
3. nom mv
4. dat mv

Welk getal en naamval is: urbi?
urbs = stad

1. dat ev
2. nom mv
3. dat mv
4. acc mv

Noteer de dativus en vertaal daarna de zin:
Milites regi pecuniam tradunt.
miles = soldaat; rex = koning; pecunia = geld; tradere = overhandigen

Puellae servus pecuniam dat.
Wat is de juiste vertaling? Tip: kijk goed naar de naamval van puellae en servus en naar de pv.
puella = meisje; servus = slaaf; pecunia = geld; dare = geven

1. Het meisje geeft geld aan de slaaf.
2. De meisjes geven geld aan de slaaf.
3. De slaaf geeft geld aan het meisje.
4. De slaven geven geld aan het meisje.

Puellae servus pecuniam dat.
Wat is de juiste vertaling? Tip: kijk goed naar de naamvallen van servus en puellae en naar de pv.
puella = meisje; servus = slaaf; pecunia = geld; dare = geven

1. Het meisje geeft geld aan de slaaf.
2. De meisjes geven geld aan de slaaf.
3. De slaaf geeft geld aan het meisje.
4. De slaven geven geld aan het meisje.