Grammatica herhaling
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 2 - Open vraag
Hoe maak je zinsdelen?
Slide 3 - Open vraag
Hoe vind je het onderwerp?
Slide 4 - Open vraag
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Slide 5 - Open vraag
Hoe vind je het meewerkend voorwerp?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin
B
Alle werkwoorden + een eigenschap van het onderwerp
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
A
zijn moeder
B
een bos bloemen
C
Storm
D
geeft
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
A
zijn moeder
B
een bos bloemen
C
Storm
D
geeft
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
A
zijn moeder
B
een bos bloemen
C
Storm
D
geeft
Slide 10 - Quizvraag
WWG of NWG?
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
'Storm geeft zijn moeder een bos bloemen.'
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
