13.3 Neerslag

13.3 Neerslag  

WELKOM

absolute luchtvochtigheid
relatieve luchtvochtigheid
dauwpunt
grafiek

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

13.3 Neerslag  

WELKOM

absolute luchtvochtigheid
relatieve luchtvochtigheid
dauwpunt
grafiek

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:

Slide 2 - Tekstslide

Luchtvochtigheid
Geeft in procenten aan hoeveel waterdamp de lucht bevat 
100% is gelijk aan de maximale hoeveelheid waterdamp
Luchtvochtigheid kun je meten met een hygrometer

Slide 3 - Tekstslide

vragen Relatieve luchtvochtigheid
Wat is de temperatuur van de lucht en van het water, wanneer je condens/dauw zag? 
  • 23 graden Celsius (lucht), 5 graden Celsius (water bij dauwpunt)
Wat is het maximaal aantal gram per m3 (lees uit de grafiek)
  • 20 g/cm3                            7 g/cm3 
Waarom moet het water worden afgekoeld?
  • Dauwpunt ligt lager dan de temperatuur in het lokaal. 
Waarom komt er aan de buitenkant condens op het bekerglas?
  • Waterdamp uit de lucht botst tegen het koude bakje => condenseert
 







Slide 4 - Tekstslide

Gegevens:
Temp lucht = 23 graden C
max hh vocht bij 23 graden is..
  • = 20 g/cm3

Temp dauwpunt = 5 graden C
=> max hh vocht bij 5 graden is
  • 7 g/m3
  • dus de lucht bij 23 graden Celsius bevat dus 7 g/m3
  • En maximaal kan er 20 g/cm3 in

Berekening:

Relatieve luchtvochtigheid = 
hh gram vocht : max. hh gram vocht  x  100%

  • Rel. voch = 7 : 20 x 100% =
  • Rel. vocht. = 35%

Slide 5 - Tekstslide

Wat is verdampen?

Slide 6 - Woordweb

Wat is condenseren?

Slide 7 - Woordweb

Wat is dauw?

Slide 8 - Woordweb

Waterdamp
Water verdampt steeds, er is dus altijd best veel waterdamp in de lucht. 's nachts condenseert de waterdruppeltjes.
Zo vormt er dauwdruppeltjes.

Slide 9 - Tekstslide

Dauwpunt
De temperatuur waarbij waterdamp 
in de lucht gaat condenseren heet 
het dauwpunt. Het dauwpunt hangt 
af van de hoeveelheid vochtigheid 
in de lucht.

Slide 10 - Tekstslide

Stapelwolken
Sommige delen van de aardoppervlak worden warmer dan andere delen (bv. een zandvlakte word warmer dan een bos).
De lucht boven de hete 
vlakte wordt ook warm 
en vormt grote bellen 
met warme lucht.

Slide 11 - Tekstslide

Convectiestroming
Er ontstaat dus een convectiestroming.
Temperatuur daalt tot het dauwpunt.
Waterdamp gaat condenseren en
een stapelwolk vormt.

Slide 12 - Tekstslide

Condensatieniveau
Aan de onderkant zijn deze wolken vlak. 
Dit is het condensatie niveau.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Als deze warme bellen
stijgen wordt de volume
steeds groter. Waarom?

Slide 15 - Woordweb


Slide 16 - Open vraag


Slide 17 - Open vraag


Slide 18 - Open vraag


Slide 19 - Open vraag

oefenvraag
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Hier een foto van je oefenvraag

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
HUISWERK:
Digitaal 13.3

Slide 23 - Tekstslide

Hoe vond je
de les gaan?

Slide 24 - Woordweb

HUISWERK

Slide 25 - Open vraag