NB 27 mei 2025 LC

 Dinsdag 27 mei 2025
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundePraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

 Dinsdag 27 mei 2025

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat deze les over?

Slide 2 - Tekstslide

Welke woorden kennen jullie al?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat gaat er niet goed?

Slide 5 - Tekstslide

Luisteroefening 1
1. Luister eerst naar de tekst.
2. Daarna krijgen jullie een werkblad.
3. Op het werkblad maken jullie oefening 1 zelfstandig.
4. 

Slide 6 - Tekstslide

Luisteroefening 2

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Oefening 3
Maak de vragen van oefening 3 op je werkblad.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waar gaat deze les over?

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
Na deze les kun je
1. Tien woorden noemen die horen bij vrijetijdsbesteding: wat kun je allemaal doen in je vrije tijd? 
2. Je kunt vragen beantwoorden over een tekst over vrije tijd.
3. Je kunt een korte tekst schrijven over vrije tijd

Slide 12 - Tekstslide

Vrije tijd
Waar kennen jullie dit woord van?
Jullie doen allemaal iets op deze school wat met vrije tijd te maken heeft.

Slide 13 - Tekstslide

Vrije tijd
- Leuke dingen doen met familie en vrienden. Feest, verjaardagen, chillen.
- Dingen alleen doen of met anderen op een club:
Een boek lezen, in de tuin werken, muziek maken, schaken, kaarten, schilderen, breien, borduren of sporten:
Sporten: 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Afrekenen
Als je klaar bent met boodschappen doen, dan ga je betalen bij de kassa.
Je kunt contant betalen. Dat is met euromunten en/of bankbiljetten ( = papiergeld).
Je kunt ook pinnen. Dat is betalen met je bankpas.
In sommige winkels kun je ook betalen met een creditcard.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Boodschappen doen
De vorige keer hebben we soorten winkels geoefend, waar je boodschappen kan doen.
Op de markt heb je verschillende marktkramen, zoals de groente- en fruitkraam, de viskraam enz.
In de winkelstraat of in een winkelcentrum heb je verschillende winkels, zoals een kledingwinkel, een viswinkel, een schoenenwinkel enz.

Slide 21 - Tekstslide

De bakkerij

Slide 22 - Tekstslide

Waar kun je nog meer dingen halen? 
Als je ziek bent?
Als je je huis schoon wil maken?
Als je een cadeau wil kopen voor een kind?
Als je iets wil repareren?

Slide 23 - Tekstslide

Andere winkels
In de huishoudwinkel koop je spullen om je huis schoon te maken.
In de apotheek kun je medicijnen halen. Met een recept van de huisarts.
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je gereedschap kopen.

Slide 24 - Tekstslide

Andere winkels 2
In de speelgoedwinkel kun je speelgoed kopen voor kinderen. 
In de drogist kun je medicijnen zonder recept halen. Zoals aspirine.
In de ijzerhandel kun je schroeven kopen.

Slide 25 - Tekstslide

De ijzerhandel
                                Gereedschap:
Hamer
Schroeven
Spijkers

Slide 26 - Tekstslide

Gereedschap:
de hamer, de spijker, de schroevendraaier, de schroef, de tang

Slide 27 - Tekstslide

De apotheek
Medicijnen op recept van de huisarts of het ziekenhuis.

Slide 28 - Tekstslide

De drogist
Geneesmiddelen =
Medicijnen
Shampoo 
Bodylotion enz.

Kruidvat enz.

Slide 29 - Tekstslide

Medicijnen op recept/ zonder recept

Slide 30 - Tekstslide

De huishoudwinkel

Slide 31 - Tekstslide

De huishoudwinkel
In de huishoudwinkel koop je dingen om je huis schoon te maken:
- een stofzuiger                              
- een bezem
- een mop
 - een stofdoek
- stoffer en blik

Slide 32 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
In de speelgoedwinkel kun je cadeaus kopen voor kinderen. Speelgoed zijn dingen waar kinderen mee kunnen spelen.
Een springtouw, kleurpotloden, een pop, een speelgoedauto, lego enz.



Slide 33 - Tekstslide

De speelgoedwinkel
Een springtouw, een pop, een speelgoedauto, kleurpotloden,




lego 

Slide 34 - Tekstslide

Volgende keer
Oefeningen afmaken + nakijken: andere winkels
Met landen verder.

Slide 35 - Tekstslide