Herh spelling § 1, 7, 8

Herh spelling § 1, 7, 8
§1: hoofdletters en leestekens
§7: PVTT
§8: PVVT
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Herh spelling § 1, 7, 8
§1: hoofdletters en leestekens
§7: PVTT
§8: PVVT

Slide 1 - Tekstslide

het amsterdamse waterlooplein en dierentuin artis liggen niet ver uit elkaar

Slide 2 - Open vraag

als indira wint mag ze door naar de finale

Slide 3 - Open vraag

's middags houden spanjaarden een siësta want het is dan erg warm

Slide 4 - Open vraag

Ik-vorm
  • Basis van spelling PVTT
  • Ik-vorm = hele werkwoord - en (gieten > giet)
  • Soms spelling veranderen:
        * - medeklinker (zitten > zit)
        * + klinker (eten > eet)
        * v > f (geloven > geloof)
        * z > s (vriezen > vries)

Slide 5 - Tekstslide

Spelling PVTT

Onderwerp = ik OF je/jij achter PV:                   ik-vorm                         
Alle andere onderwerpen in enkelvoud =     ik-vorm + t                
Onderwerp in meervoud =                                   hele werkwoord 


 



Slide 6 - Tekstslide

Welke regel is van toepassing?

Mijn broertje [gedragen] zich als een kleuter.
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

Noteer de PVTT in de juiste spelling.

Mijn broertje [gedragen] zich als een kleuter.

Slide 8 - Open vraag

Welke regel is van toepassing?

De patiënt [worden] elke dag beter.
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Noteer de PVTT in de juiste spelling.

De patiënt [worden] elke dag beter.

Slide 10 - Open vraag

PVVT - zwakke werkwoorden
te/ten of de/den? > zit de laatste letter voor -en (van het hele ww) in 't sexy fokschaap?
ja > ik-vorm + te/ten
nee > ik-vorm + de/den

Onderwerp enkelvoud = te/de
Onderwerp meervoud = ten/den

Slide 11 - Tekstslide

Noteer de PVVT:
De hardloper [hijgen] na de marathon.

Slide 12 - Open vraag

Noteer de PVVT:
De kok [bereiden] een heerlijke maaltijd.

Slide 13 - Open vraag

Noteer de PVVT:
Gisteren [blaffen] de hond de hele nacht.

Slide 14 - Open vraag

Door elkaar
Als PVTT en PVVT beide mogelijk zijn, kies je voor PVTT.
Neem de tabel over in je schrift.
          Bijv. 'PVTT'                            Bijv. 'ik-vorm + t'                       Bijv. 'loopt'          
Werkwoordsvorm
Regel
Juiste spelling
1
2
3

Slide 15 - Tekstslide

Zinnen
1. Laatst [melden] de krant verrassend nieuws over de Amerikaanse president.
2. De hoge leeftijd van die verspringer [verbazen] ons.
3. Mijn ijsje [smelten] daarnet heel snel in de warmte.
4. Mijn zus [besteden] bijna al haar zakgeld aan de verzorging van haar paard.

Slide 16 - Tekstslide

Werkwoordsvorm
Regel
Juiste spelling
1
2
3
PVTT
PVVT
ik-vorm + t
ik-vorm
ik-vorm + de
ik-vorm + te
melde
meldde
verbaasd
verbaast
besteed
besteedt

Slide 17 - Sleepvraag

Antwoorden
Werkwoordsvorm
Regel
Juiste spelling
1
PVVT
ik-vorm + de
meldde
2
PVTT
ik-vorm + t
verbaast
3
PVTT
ik-vorm + t
besteedt

Slide 18 - Tekstslide