Iedere draad heeft ook weerstand. Soms veel en soms weinig.
De draad in de figuur hierboven heeft 63 ohm/meter weerstand.
Slide 9 - Tekstslide
Weerstand van een draad
De formule voor weerstand (R) van een draad is de soortelijke weerstand van het materiaal(ρ) maal de lengte van de draad (l) gedeeld door de doorsnede van de draad (A).
Omdat de doorsnede van de draad meestal bekend is, wordt vaak met weerstand per lengte (Ω/m) gerekend.
R=ρ.Al
Slide 10 - Tekstslide
Hierboven de soortelijke weerstand van een aantal materialen. Als de temperatuur verandert, verandert de weerstand ook.
Slide 11 - Tekstslide
Let op!
Als we een schema tekenen van een schakeling, doen we meestal net alsof draden geen weerstand hebben.
Dit klopt niet. Maar het is wel makkelijker rekenen.
Slide 12 - Tekstslide
Te weinig weerstand
Te weinig weerstand is niet goed voor een schakeling.
Bij te weinig weerstand krijg je teveel stroom.
Als elektronen sneller gaan stromen, kost dat meer geld.
De elektrische apparaten kunnen te heet worden en stuk gaan.
Door teveel stroom smelt de geleider en kan brand ontstaan.
Slide 13 - Tekstslide
Te veel weerstand
Bij meer weerstand krijg je minder stroom.
Het kost meer energie om elektronen in beweging te krijgen.
Energie kost geld.
Als een lamp teveel weerstand heeft, geeft de lamp minder licht.
Slide 14 - Tekstslide
Regelen
Het is dus belangrijk de weerstand goed te regelen.
Elektronen moeten net genoeg bewegen.
Teveel beweging heeft soms grote risico's.
Te weinig bewegen, betekent soms geen goede werking.
Je moet goed nadenken hoeveel stroom je nodig hebt.
Slide 15 - Tekstslide
Opgaven maken uit je boek
Maak nu de opgaven die horen bij hoofdstuk 6
Maak van paragraaf 1 de opgaven 1 t/m 7 en 10, 11 en 12