Les 3: Onderhoud en reparatie

Katern 5: Onderhoud en Reparatie

LESDOELEN: 

• Werken met elektriciteit
• Professioneel werken
• Veilig werken


(blz 24 t/m 39)





1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wonen en HuishoudenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Katern 5: Onderhoud en Reparatie

LESDOELEN: 

• Werken met elektriciteit
• Professioneel werken
• Veilig werken


(blz 24 t/m 39)





Slide 1 - Tekstslide

Werken met Elektriciteit
Als je een reparatie uitvoert, werk je vaak met elektriciteit. In de meterkast zijn verschillende groepen voor de elektriciteit. Bijvoorbeeld een groep voor de koelkast en de vaatwasser, een groep voor de computer en de lampen in de werkkamer enzovoort. Voordat je met elektriciteit gaat werken, moet je eerst de juiste groep in de meterkast uitschakelen. Dan weet je zeker dat er geen spanning meer op staat. Als de schakelaar omlaag staat, is er geen spanning meer.

Slide 2 - Tekstslide

Aardlekschakelaar
Een aardlekschakelaar is een extra schakelaar in de meterkast. Het is een beveiliging. Als er kortsluiting is, schakelt hij uit. Dan gaat automatisch alle stroom uit. Zo kan er geen brand ontstaan. Je kunt de aardschakelaar weer aanzetten. Als hij dan weer terugspringt, is er nog steeds kortsluiting. Je moet dan op zoek naar het probleem.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een aardlekschakelaar?

Slide 4 - Open vraag

Hoe ziet jullie meterkast eruit?

Slide 5 - Tekstslide

Professioneel werken
  • Als je eenvoudige onderhouds- of herstelwerkzaamheden uitvoert, werk je volgens richtlijnen. Zo werk je op een professionele manier.
  • Als je klussen uitvoert, werk je volgens de instructie die hoort bij die klus
  • Je maakt altijd een planning. Je voorkomt daarmee dat je fouten maakt of dat je heel lang bezig bent.


Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij veilig werken

Slide 7 - Open vraag

Veilig werken
Het is belangrijk dat je veilig werkt. 
Niet alleen als je met elektriciteit werkt, maar ook bij andere klussen. 
Zorg ervoor dat je weet hoe apparatuur werkt. Werk nooit met gereedschap dat niet veilig is. Let op loshangende stekkers en openliggende snoeren. Vervang oude apparatuur op tijd door nieuwe. Laat nooit iets slingeren, want anderen kunnen daarover vallen en zich verwonden. Werk geconcentreerd en laat je niet afleiden. Haal stekkers na gebruik van apparatuur direct uit het stopcontact.
Veilig werken betekent ook dat je soms persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, bijvoorbeeld veiligheidshandschoenen, gehoorbescherming, oogbescherming of veiligheidsschoenen.

Slide 8 - Tekstslide

Trappen en Ladders
  • Zet ladders en trappen altijd goed en stevig neer. 
  • Zorg dat ze op een stevige, niet te gladde ondergrond staan.
  •  Let er ook op dat je de ladder niet te steil zet. Van een steile ladder kun je achterovervallen.

Slide 9 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?


Lezen:  
Blz. 24 t/m 39
 
Maken :  
Opdr. 33,34, 35, 37, 38    -> Opdr. 30, 31, 32, 39, 40 niet 
 Doe - opdracht 3: waar hangen de rookmelders

Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Tekstslide