Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoorden FT1
Programma FT1
donderdag 3-10
- uitleg leesopdracht: boek uit voor herfstvakantie, daarna nieuw boek kiezen met 'leuk' personage
- werkwoordspelling
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programma FT1
donderdag 3-10
- uitleg leesopdracht: boek uit voor herfstvakantie, daarna nieuw boek kiezen met 'leuk' personage
- werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
Werkwoorden - tegenwoordige tijd
Slide 2 - Tekstslide
Persoon, getal en tijd
Een werkwoordsvorm heeft altijd een
persoon
(wie doet het? = onderwerp)
en een
getal
(enkelvoud of meervoud).
Een werkwoordsvorm staat ook altijd in een bepaalde
tijd
(tegenwoordige tijd of verleden tijd = TT of VT).
Slide 3 - Tekstslide
Draai aan het rad en maak je zin:
Tijd Getal Persoonsvorm
Slide 4 - Tekstslide
Schijf de zin op waar je zeker van bent:
Slide 5 - Open vraag
Schrijf de zin op waar je over twijfelt:
Slide 6 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
ik-vorm tegenwoordige tijd: bekijken
Slide 7 - Open vraag
Verander de ik-vorm naar de hij-vorm.
Ik koop een nieuwe tas.
Slide 8 - Open vraag
Ga aan de slag!
- Pak je brief erbij
- Schrijf de persoonsvormen uit de eerste alinea onder elkaar in je schrift
- Zet het onderwerp erbij
- Noteer in je schrift: onderwerp, pv, getal, tijd.
- Onderdeel werkwoordspelling in Numo deze week
minimaal
30 minuten.
Slide 9 - Tekstslide
verleden tijd en voltooide tijd
Slide 10 - Tekstslide
persoon
getal
tijd
1e persoon
enkelvoud
verleden tijd
ik werkte
2e persoon
enkelvoud
verleden tijd
jij liep
3e persoon
enkelvoud
verleden tijd
hij vertelde
1e persoon
meervoud
verleden tijd
wij dansten
2e persoon
meervoud
verleden tijd
jullie werkten
3e persoon
meervoud
verleden tijd
zij wandelden
Slide 11 - Tekstslide
persoon
getal
tijd
1e persoon
enkelvoud
voltooide tijd
ik heb gewerkt
2e persoon
enkelvoud
voltooide tijd
jij hebt gelopen
3e persoon
enkelvoud
voltooide tijd
hij heeft verteld
1e persoon
meervoud
voltooide tijd
wij hebben gedanst
2e persoon
meervoud
voltooide tijd
jullie hebben gekocht
3e persoon
meervoud
voltooide tijd
zij hebben gewandeld
Slide 12 - Tekstslide
Om de persoonsvorm verleden tijd en het voltooid deelwoord goed te schrijven gebruik je
't-x kofschip.
werken
- ik-vorm: wer
k
- De
k
staat erin dus:
+te(n)
hij werk
te
- jullie werk
ten
- wij hebben gewerk
t
.
huilen
- ik-vorm: hui
l
- de
l
staat er niet in dus:
+de(n)
het kind huil
de
- de mensen huil
den
- zij heeft gehuil
d
Slide 13 - Tekstslide
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd.
Ik (
verbranden
)... mijn hand gisteren.
Slide 14 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd.
Wij (
lachen
)... hard om de grap.
Slide 15 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de voltooide tijd.
Ik had dat aan haar (vertellen)...
Slide 16 - Open vraag
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de voltooide tijd.
Zij hebben dat echt (beloven)...
Slide 17 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
3e persoon enkelvoud verleden tijd: overhoren
Slide 18 - Open vraag
Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
3e persoon enkelvoud voltooide tijd: luisteren
Slide 19 - Open vraag
verwachtten
veroordeelden
betaald
herhaald
betaalt
herhaalt
verwachtte
De jongens (verwachten)...gisteren hun pakket.
Wat vreemd dat zij de rekening (betalen)...
Ik heb de rekening alweer (betalen)...
De juf (veroordelen)...haar pestgedag.
Ik (verwachten)...gisteren een compliment.
Het is slimmer dat je de stof (herhalen)...
Slide 20 - Sleepvraag
1e persoon
enkelvoud
tegenwoordige tijd
2e persoon
enkelvoud
tegenwoordige tijd
3e persoon
enkelvoud
tegenwoordige tijd
1e persoon
meervoud
verleden tijd
2e persoon
meervoud
verleden tijd
3e persoon
meervoud
verleden tijd
Jullie vertaalden de tekst.
Wij kookten de aardappels.
Bestel jij een boek?
Het kipje scharrelt op het erf.
Ik fiets naar de stad.
De docenten gaven de toets op.
Slide 21 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Groep 7-8 | werkwoordspelling | verleden tijd
August 2025
-
28 slides
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 7-8 | werkwoordspelling | verleden tijd
July 2025
-
28 slides
Nederlands
Werkwoordspelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
TisTaal by Dutchily E.E.
Persoonsvorm in tt en vt
June 2025
-
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
January 2022
-
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Onregelmatige en regelmatige werkwoorden
March 2022
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Spelling persoonsvorm in de tt
January 2024
-
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
January 2022
-
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
De grote kennisquiz
August 2024
-
44 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!