H4.5 en 4.6 Vervangingsweerstand en speciale componenten

4.5: Vervangingsweerstand
4.6: Speciale componenten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.5: Vervangingsweerstand
4.6: Speciale componenten

Slide 1 - Tekstslide

4.5 Vervangingsweerstand

Slide 2 - Tekstslide

Serieschakeling
RTot=ITotUTot
Rtot: Totale weerstand (Ω)
Itot: Totale stroom (A)
Vtot: Totale spanning (V)

Slide 3 - Tekstslide

Serieschakeling
RTot=ITotUTot
Rtot: Totale weerstand (Ω)
Itot: Totale stroom (A)
Vtot: Totale spanning (V)
RTot=ITotU1+U2+....=I1U1+I2U2+...=R1+R2+...

Slide 4 - Tekstslide

Serieschakeling
RTot=ITotUTot
Rtot: Totale weerstand (Ω)
Itot: Totale stroom (A)
Vtot: Totale spanning (V)
RTot=ITotU1+U2+....=I1U1+I2U2+...=R1+R2+...
RTot=R1+R2+R3+...

Slide 5 - Tekstslide

Twee weerstanden zijn in serie geschakeld. De totale weerstand is ..... de losse weerstanden.
A
kleiner dan
B
even groot als
C
groter dan

Slide 6 - Quizvraag

Beide lampjes hebben een R van 15 Ω. Bereken de totale weerstand.

Slide 7 - Open vraag

Beide lampjes hebben een R van 15 Ω. Bereken de stroom door de lampjes.

Slide 8 - Open vraag

Parallelschakeling
GTot=UTotITot

Slide 9 - Tekstslide

Parallelschakeling
GTot=UTotITot
GTot=UTotI1+I2+...=U1I1+U2I2+...=G1+G2+...

Slide 10 - Tekstslide

Parallelschakeling
GTot=UTotITot
GTot=UTotI1+I2+...=U1I1+U2I2+...=G1+G2+...
G=R1
RTot1=R11+R21+R31+...

Slide 11 - Tekstslide

Twee weerstanden zijn parallel geschakeld. De totale weerstand is ..... de losse weerstanden.
A
kleiner dan
B
even groot als
C
groter dan

Slide 12 - Quizvraag

Beide lampjes hebben een R van 15 Ω. Bereken de totale stroom.

Slide 13 - Open vraag

Samengevat:
Vervangingsweerstand in een serieschakeling:



Vervangingsweerstand in een parallelschakeling:
RTot1=R11+R21+R31+...
RTot=R1+R2+R3+...

Slide 14 - Tekstslide

Maak opgave 41, 43 en 44

Slide 15 - Tekstslide

4.6 Speciale componenten

Slide 16 - Tekstslide

Geleiders
Metaal:

Slide 17 - Tekstslide

Geleiders
Metaal:
Valentie elektronen

Slide 18 - Tekstslide

Geleiders
Metaal:
Valentie elektronen
Metaal:
Vrije elektronen = 
conductie elektronen = geleiding

Slide 19 - Tekstslide

Energie diagram
Insulator:

Slide 20 - Tekstslide

Energie diagram
Insulator:                                     Geleider:

Slide 21 - Tekstslide

De halfgeleider
valentie elektronen kunnen "overspringen" en conductie elektronen worden als ze genoeg energie krijgen. 

Isolator -> geleider

Slide 22 - Tekstslide

Als de temperatuur van een halfgeleider hoger wordt krijgen de valentie elektronen genoeg energie om conductie elektronen te worden, wat kun je zeggen over de weerstand (R) als de temperatuur hoger wordt?
A
Die wordt lager
B
Die wordt hoger
C
Blijft (ongeveer) gelijk
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 23 - Quizvraag

NTC (Negatieve Temperatuur Coëfficiënt)

Lagere weerstand bij een hogere 
temperatuur

Slide 24 - Tekstslide

Ook de energie van licht kan in sommige gevallen de valentie elektronen genoeg energie geven om conductie elektronen te worden, wat kun je zeggen over de weerstand (R) van zo'n halfgeleider wanneer er meer licht op valt?
A
Die wordt lager
B
Die wordt hoger
C
Blijft (ongeveer) gelijk
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 25 - Quizvraag

LDR (Light Dependent Resistor)

Lagere weerstand bij meer licht

Slide 26 - Tekstslide

Verdere toepassing halfgeleider: Diode

Laat stroom van één kant door



Er zijn ook diodes die licht geven:
LEDs (Light Emitting Diode)

Slide 27 - Tekstslide

Stroom in huis: Zekering

Bij een bepaalde hoeveelheid stroom (I) onderbreekt de zekering de stroomkring

Slide 28 - Tekstslide

Stroom in huis: Aardlekschakelaar

Onderbreekt de stroomkring wanneer ergens stroom weglekt, bijvoorbeeld via een persoon

Slide 29 - Tekstslide

Maak de volgende opgaven
4.6: 50 en 52 

Slide 30 - Tekstslide