Migratie
1 / 24
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Voorste slide bij iedere LessonUp les:
Slide 2 - Tekstslide
Voeg hier een instructie toe voor de docent.
Schrijf voor jezelf op wat je afkomst is. Ben je bijvoorbeeld 100% Turks, of 50% Nederlands en 50% Pools?
Slide 3 - Open vraag
Voeg hier een instructie toe voor de docent.
Stel je voor, je krijgt een kans om een DNA-test te doen waaruit blijkt wat je afkomst is. Zou je dit doen? Waarom wel, waarom niet?
Ja
Nee
Slide 4 - Poll
Vraag de leerlingen naar hun antwoord. Kunnen zij hun keus uitleggen?
Uitleg:
Historisch perspectief:
Sinds het ontstaan van het christendom in de eerste eeuw, bestond er een grote behoefte aan eenheid en duidelijkheid binnen de jonge, snelgroeiende gemeenschap van gelovigen. In die tijd waren er veel verschillende opvattingen over wie Jezus was en hoe men zijn boodschap moest volgen.
De apostel Petrus, die volgens de traditie werd aangesteld door Jezus zelf, speelde een sleutelrol als leider van de vroege kerk in Rome. Vanuit dat leiderschap groeide het idee dat de bisschop van Rome (de paus) een bijzondere rol kreeg als hoeder van de ware leer en als symbool van eenheid.
In de eeuwen daarna, vooral tijdens het Romeinse Rijk en de middeleeuwen, hielp het hebben van één centrale figuur om orde te scheppen in een kerk die zich uitstrekte over heel Europa (en later de wereld).
De paus werd gezien als een moreel baken én als de enige die boven politieke conflicten kon staan.
In de huidige tijd:
Ook vandaag nog vervult de paus deze eenheidsfunctie. In een wereld waarin de katholieke kerk verspreid is over continenten, culturen en talen, zorgt de paus ervoor dat de kernboodschap van het geloof herkenbaar en eenduidig blijft.
Daarnaast heeft hij een symbolische en morele rol: de paus kan wereldwijd aandacht vragen voor thema’s als vrede, rechtvaardigheid, armoede, klimaatverandering en vluchtelingen, en is daarmee een stem die door miljoenen wordt gehoord — ook buiten de kerk.
Voor veel gelovigen geeft het troost en vertrouwen om één geestelijk leider te hebben die hun geloof vertegenwoordigt, vooral in tijden van crisis of morele verwarring.
Slide 5 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Misschien lijken we in dit opzicht wel meer op elkaar dan we denken.
Zou dit dan jouw beeld over andere etnische afkomsten beïnvloeden?
Ja
Nee
Slide 6 - Poll
Vraag de leerlingen naar hun antwoord. Kunnen zij hun keus uitleggen?
Uitleg:
Historisch perspectief:
Sinds het ontstaan van het christendom in de eerste eeuw, bestond er een grote behoefte aan eenheid en duidelijkheid binnen de jonge, snelgroeiende gemeenschap van gelovigen. In die tijd waren er veel verschillende opvattingen over wie Jezus was en hoe men zijn boodschap moest volgen.
De apostel Petrus, die volgens de traditie werd aangesteld door Jezus zelf, speelde een sleutelrol als leider van de vroege kerk in Rome. Vanuit dat leiderschap groeide het idee dat de bisschop van Rome (de paus) een bijzondere rol kreeg als hoeder van de ware leer en als symbool van eenheid.
In de eeuwen daarna, vooral tijdens het Romeinse Rijk en de middeleeuwen, hielp het hebben van één centrale figuur om orde te scheppen in een kerk die zich uitstrekte over heel Europa (en later de wereld).
De paus werd gezien als een moreel baken én als de enige die boven politieke conflicten kon staan.
In de huidige tijd:
Ook vandaag nog vervult de paus deze eenheidsfunctie. In een wereld waarin de katholieke kerk verspreid is over continenten, culturen en talen, zorgt de paus ervoor dat de kernboodschap van het geloof herkenbaar en eenduidig blijft.
Daarnaast heeft hij een symbolische en morele rol: de paus kan wereldwijd aandacht vragen voor thema’s als vrede, rechtvaardigheid, armoede, klimaatverandering en vluchtelingen, en is daarmee een stem die door miljoenen wordt gehoord — ook buiten de kerk.
Voor veel gelovigen geeft het troost en vertrouwen om één geestelijk leider te hebben die hun geloof vertegenwoordigt, vooral in tijden van crisis of morele verwarring.
Slide 7 - Tekstslide
Voeg hier een instructie toe voor de docent.
Waar denk jij aan bij het woord vluchteling
Slide 8 - Woordweb
Voeg hier een instructie toe voor de docent.
Slide 9 - Tekstslide
Leg kort uit wat vluchtelingen zijn en waarom zij hun land ontvluchten.
Hoeveel vluchtelingen zijn er wereldwijd?
Slide 10 - Poll
Laat de leerlingen schatten hoeveel vluchtelingen er wereldwijd zijn.
Geef een kort feit over het aantal vluchtelingen wereldwijd: Op dit moment zijn er wereldwijd meer dan 117,3 miljoen
Hoeveel procent van de vluchtelingen wereldwijd is jonger dan 18 jaar?
A
40%
B
23%
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slepen maar!
NIET WAAR
WAAR
Een groot deel van de mensen die vluchten uit hun land, komt naar Nederland.
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
De meeste vluchtelingen worden opgevangen …
A
in Europa
B
rondom het land waaruit gevlucht wordt
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Voeg hier een instructie toe voor de docent.
Als een vluchteling in Nederland bescherming en verblijfsrecht aanvraagt noem je dat
A
Asiel aanvragen
B
Verblijfsvergunning aanvragen
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Uit welke land komen op dit moment de meeste vluchtelingen?
A
Irakezen
B
Syrië
C
Turken
D
Eritreeers
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoeveel mensen vroegen in 2025 asiel aan in Nederland?
A
32.175 asielzoekers
B
92.533 asielzoekers
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Een vluchteling mag in Nederland blijven als …
A
Hij of zij niet veilig is/ vervolgd wordt in het moederland vanwege ras, godsdienst of politieke overtuiging, of omdat hij/zij tot een bepaalde sociale groep behoort of een bepaalde nationaliteit heeft.
B
De persoon in het moederland geen toekomst meer heeft vanwege armoede, honger, natuurramp of slecht onderwijs.
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Mensen die armoede ontvluchten en naar Nederland komen, die …
A
mogen niet in Nederland blijven
B
mogen wel in Nederland blijven
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Mensen die vluchten voor armoede zouden ook in Nederland moeten kunnen blijven.
A
Oneens
B
Eens
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slepen maar!
NIET WAAR
WAAR
Niet iedere asielzoeker is een vluchteling.
Slide 23 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk antwoord heeft je het meest verbaasd?
Slide 24 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
