Herhaling: naamwoordelijk deel van het gezegde

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Herhaling: naamwoordelijk deel van het gezegde & woorden les 3A

Welk woord in onderstaande zin is het onderwerp?

Minerva dea est.

1. est
2. dea
3. Minerva

Welk woord in onderstaande zin is het
naamw. deel v.h. gezegde?

Minerva filia Iovis est.

1. est
2. Iovis
3. Minerva
4. filia

Onthoud

1. Het onderwerp is degene die de persoonsvorm uitvoert. Je komt achter het onderwerp door je af te vragen: 

wie/wat + persoonsvorm?

2. Het naamwoordelijk deel van het gezegde geeft extra informatie over het onderwerp.

Welke twee woorden in onderstaande zinnen vormen het naamw. deel v.h. gezegde?

Minerva non mater est, sed virgo est.

1. mater en virgo
2. Minerva en virgo
3. mater en Minerva
4. virgo en est

Woorden les 3A

Geef de betekenis van onderstaand woord

est

1. oorlog
2. ook
3. (hij, zij, het) is
4. ook

Geef de betekenis van onderstaand woord

dominus

1. vaak, dikwijls
2. heer, heerser
3. tempel
4. ook

Geef de betekenis van onderstaand woord

pater

1. vader
2. vrouw, echtgenote
3. (hij, zij, het) heeft, houdt
4. zoon

Geef de betekenis van onderstaand woord

uxor, uxorem

1. vrouw, echtgenote
2. (hij, zij, het) overwint
3. volk
4. (hij, zij, het) (be)woont

Geef de betekenis van onderstaand woord

quoque

1. volk
2. ook
3. (hij, zij, het) is
4. maar