KB1.3spellingstrategieen.categorieen
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Fonologische strategie
woordbeeldstrategie
regelstrategie
analogiestrategie
hulpstrategie
computer
werkte
streep
paard
gebeurt
poezen
bank
vertrouwen - trouw
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat zie je op je stageschool op het gebied van spellingcategorieën?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
1. Aan welke spellingcategorie kun je het volgende voorbeeld koppelen?
auto’s – ‘s morgens – foto’s – safari’s
auto’s – ‘s morgens – foto’s – safari’s
A
apostrof
B
koppelteken en trema
Slide 12 - Quizvraag
2. Aan welke spellingcategorie kun je het volgende voorbeeld koppelen?
onmiddellijk – gewillig – bereidheid – snelheid
onmiddellijk – gewillig – bereidheid – snelheid
A
achtervoegsels
B
historische afgeleide schrijfwijze
Slide 13 - Quizvraag
3. Aan welke spellingcategorie kun je het volgende voorbeeld koppelen?
rapen – bommen – patronen – bakpannen
rapen – bommen – patronen – bakpannen
A
meervouden en verkleinwoorden
B
open en gesloten lettergreep
Slide 14 - Quizvraag
4. Aan welke spellingcategorie kun je het volgende voorbeeld koppelen?
strooi – visueel – provinciaal – geeuw – kieuw – beur
strooi – visueel – provinciaal – geeuw – kieuw – beur
A
cluster van medeklinkers
B
specifieke spellingpatronen
