Z&W handmassage

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Waar zal deze les over gaan?

Slide 5 - Tekstslide

De opbouw van een hand

Slide 6 - Tekstslide

8
5
14

Slide 7 - Tekstslide

Wat kan je allemaal
met je handen doen?

Slide 8 - Woordweb

Wat voor een producten gebruik je voor een handmassage?
A
handgel
B
massagecreme
C
bodylotion
D
massage-olie

Slide 9 - Quizvraag

Waar heeft een handmassage invloed op?
A
huid
B
botten
C
spieren
D
nagels

Slide 10 - Quizvraag

Neemt de doorbloeding van de spieren en de huid toe tijdens een massage?

Slide 11 - Open vraag

Waarom is het belangrijk dat je tijdens de massage richting het hart masseert?

Slide 12 - Open vraag

Wat masseer je allemaal tijdens een handmassage?
A
Alleen de hand
B
Hand, vingers en onderarm
C
Alleen de vingers
D
Alleen de onderarm

Slide 13 - Quizvraag

Moet je tijdens een massage altijd met een klant spreken?
Waarom wel of waarom niet?

Slide 14 - Open vraag

Moet je steeds contact houden met de huid van de klant?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Moet er een op- en afbouw in een massage zitten?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

De 3 meest gebruiktemassagegrepen
  1. Effleurage: een vloeiende/strijkende beweging met een toenemende en afnemende druk. Beide handen tegelijk, of afwisselend.
  2. Petrissage: knedende beweging van spierweefsel/onderhuisbindweefsel. Met 1 hand of beide. Activeert de stofwisseling.
  3. Rotatie: dat is een ronddraaiende beweging met eerst een drukfase en dan een fase zonder druk.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video