Olympische Spelen

Olympische Spelen 2018
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Olympische Spelen 2018

Slide 1 - Tekstslide

Olympische Spelen

Slide 2 - Woordweb

Ik ben lid van een sportvereniging.
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Ik kijk graag naar sport op televisie.
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Ik volg de Olympische Spelen deze maand.
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

ik heb ooit iemand ontmoet die meedoet/meedeed aan de Olympische Spelen.
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Ik zou zelf ooit op de Olympische Spelen willen staan.
A
ja
B
nee
C
weet niet

Slide 7 - Quizvraag

Waar worden de Olympische Winterspelen in 2018 gehouden?
A
Athene
B
Beijing
C
Pyeongchang
D
Sotsje

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel sporten doen mee aan de Olympische Winterspelen?
A
15
B
16
C
17
D
18

Slide 9 - Quizvraag

Anderhalve week na de Olypimsche Winterspelen zijn de Paralympische spelen. Voor wie zijn deze Spelen bedoeld?

A
65-plussers
B
Olympische Kampioenen
C
Kinderen tot 12 jaar
D
Sporters met een handicap

Slide 10 - Quizvraag

In welk jaar werden de eerste Olympische Winterspelen gehouden?
A
1884
B
1924
C
1956
D
2006

Slide 11 - Quizvraag

Welke sport hoort niet thuis in de Olympische Winterspelen?

A
Langlaufen
B
Hockey
C
Curling
D
Rodelen

Slide 12 - Quizvraag

Met welke sport haalde Nederland de meeste medailles binnen op de Olympische Winterspelen van 2014?

A
bobsleeën
B
snowboarden
C
schaatsen
D
shorttrack

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de kleuren?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

De Olympische Spelen vinden om de twee jaar plaats
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Olympische kampioenen moeten een Spelen overlsaan, voor ze weer mee mogen doen.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deelnemers die betrapt worden op het gebruik van doping worden gediskwalificeerd.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Een deelnemer kan meerdere medailles winnen tijdens de Spelen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In het medailleklassement staat het land met de meeste gewonnen medailles bovenaan.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag