Scrum herhaling - 24E / jv49

Planning
SCRUM
     Rollen
     Rituelen
     Artifacts
     
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planning
SCRUM
     Rollen
     Rituelen
     Artifacts
     

Slide 1 - Tekstslide

SCRUM (1/2)
Een AGILE manier van werken

AGILE werken is ...
     Je werkt in sprints van een bepaalde lengte
     Je levert op na elke sprint.
     Je bekijkt elke sprint opnieuw wat je gaat ontwikkelen.
     Je reflecteert op elke sprint.
     

Slide 2 - Tekstslide

SCRUM (2/2)
Enkele dingen om rekening mee
te houden.

- Lever altijd iets functioneels op.
- Sprints zijn binnen hetzelfde project
   altijd even lang.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een rede waarom SCRUM een AGILE manier van werken is?
A
Je doet een daily standup
B
Je werkt met sprints.
C
Je reflecteert regelmatig
D
Je praat veel met de klant.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe lang duurt een sprint?
A
2 tot 4 weken.
B
altijd 3 weken
C
Tot de scrum master vind dat de sprint klaar is.
D
Tot de afgesproken tijd voorbij is.

Slide 5 - Quizvraag

Rollen

Slide 6 - Tekstslide

Rollen
In een Scrum team hebben personen een of meerdere rollen.

De rol bepaalt de taken die de persoon uitvoert tijdens het project.

Slide 7 - Tekstslide

Opzoek vraag

Wat zijn de 3 'belangrijkste rollen' in een SCRUM team?
En wat doen zij?

Zelf opzoeken: c.a. 4 min.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Rituelen

Slide 10 - Tekstslide

Rituelen / gebeurtenissen
Een ritueel is een gebeurtenis die regelmatig herhaald word.

In SCRUM hebben we 3 rituelen.
Daily standup / daily scrum
Sprint review
Sprint retrospective

Slide 11 - Tekstslide

Daily standup / Daily scrum
Samen opstarten

Bespreken waar je mee bezig bent
Aangeven waar je hulp bij nodig hebt.
Bepalen wat iedereen zijn taak voor de dag word.

Tijd: 15 minuten voor het hele team.

Slide 12 - Tekstslide

Sprint review
Aan de product owner laten zien wat ontwikkeld is.

De product owner keurt het ontwikkeld werk. Dit gebeurd
volgens de acceptatiecriteria.

Verbeterpunten worden opgeschreven.
Tijd: 2 tot 4 uur.

Slide 13 - Tekstslide

Sprint retrospective
Samen met het team kijken wat verbeterd kan worden
aan het scrum proces

Je praat niet over het product zelf.


Tijd: 60 tot 90 minuten

Slide 14 - Tekstslide

Tijdens de sprint review reflecteer
je samen met het ontwikkelteam op de afgelopen sprint.
A
Waar
B
Niet waar. Reflecteren doe je op het eind van het project.
C
Niet waar. Dat doe je tijdens de sprint retrospective.
D
Niet waar. Wij doen niet aan reflecteren

Slide 15 - Quizvraag

Waarom gebruiken we acceptatiecriteria?
A
Zodat duidelijk is wanneer een user story af is.
B
Zodat iedereen weet wat ontwikkeld gaat worden.
C
Zodat de user story goed getest kan worden.
D
Zodat de user story duidelijker word.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Artifacts

Slide 18 - Tekstslide

Artifacts
De 3 'producten' die tijdens SCRUM gebruikt worden.

Product backlog
Sprint backlog
Burndown chart

Slide 19 - Tekstslide

Product backlog (1/2)
Bevat de wensen van de
klant en gebruikers.

Word beheerd door
de product owner.

Wensen worden geschreven
als user stories.

Slide 20 - Tekstslide

Product backlog (2/2)
Items in de product backlog
kunnen nog veranderen.

Dit word door, of samen met
de product owner gedaan.

Slide 21 - Tekstslide

Sprint backlog (1/2)
Minimaal 3 kolommen

To-do
In progress
Done

Je mag kolommen zoals
'Testen' toevoegen.

Slide 22 - Tekstslide

Sprint backlog (2/2)
Altijd concrete taken
die binnen 1 dag ontwikkeld
kunnen worden.

User stories mogen
gesplitst worden om de
planning te maken.

Slide 23 - Tekstslide

Burndown chart
Inzien hoeveel werk er nog moet gebeuren.

Productiviteit van het team meten.

Slide 24 - Tekstslide

Wat staat in de product backlog?
A
Een geschiedenis van de afgelopen sprint.
B
Een lijst van de persona's.
C
De planning van de sprint.
D
Alle wensen van de klant als user stories.

Slide 25 - Quizvraag

Wat staat in de sprint backlog?
A
De planning van de huidige sprint.
B
Een geschiedenis van de afgelopen sprints.
C
Een burndown chart
D
De wensen van de klant als user stories.

Slide 26 - Quizvraag