H5_SK_Herhalen Chemisch rekening_Week36_Les2

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Opening les
  • Controle boeken en huiswerk
  • Weektaak
  • Leerdoelen
  • Keuze momenten
  • Aan opdrachten werken
  • Afsluiten les

Slide 2 - Tekstslide

Weektaak
- Doorlezen geheel Hoofdstuk 1 (blz 14 t/m 30, 4vwo)
- Om de stof uit hoofdstuk 1 te oefenen adviseer ik tenminste 5 opdrachten te maken van:
-> Opdrachten van de voorkennis (blz 14, 4vwo)
-> Opdrachten van de Toepassing (blz 31 t/m 33)
-> Opdrachten van Test Jezelf (blz 35, 4vwo)

- Doorlezen geheel Hoofdstuk 3 (blz 66 t/m 80, 4vwo)
- Om de stof uit hoofdstuk 1 te oefenen adviseer ik tenminste 5 opdrachten te maken van:
-> Opdrachten van de voorkennis (blz 66, 4vwo)
-> Opdrachten van de Toepassing (blz 81 t/m 83)
-> Opdrachten van Test Jezelf (blz 85, 4vwo)
-> Extra opdrachten op Google Classroom
-> Cursus Chemisch Rekenen op Google Classroom



Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
De leerdoelen kan je vinden in de studiewijzers voor VWO4 en VWO5 onder algemene documenten op Google Classroom

Slide 4 - Tekstslide

SE1
SE1 over Zouten & Groene Chemie & Energie en Evenwichten & Chemisch Rekenen (100 min, 25%)
Chemie 4VWO (7de editie)
o Hoofdstuk 1: Atoombouw en binding
o Hoofdstuk 3: Chemisch rekenen
o Hoofdstuk 4: Zouten
o Hoofdstuk 5: Oplossen en mengen
o Hoofdstuk 6: Reactiesnelheid en evenwicht
Chemie 5VWO (7de editie)
o Hoofdstuk 8: Energie en duurzaamheid

Slide 5 - Tekstslide

Keuze 1
- Luisteren naar herhaling
Keuze 2
- Doorlezen geheel Hoofdstuk 3 (blz 66 t/m 80, 4vwo)
- Om de stof uit hoofdstuk 1 te oefenen adviseer ik tenminste 5 opdrachten te maken van:
-> Opdrachten van de voorkennis (blz 66, 4vwo)
-> Opdrachten van de Toepassing (blz 81 t/m 83)
-> Opdrachten van Test Jezelf (blz 85, 4vwo)
-> Extra opdrachten op Google Classroom
-> Cursus Chemisch Rekenen op Google Classroom

Slide 6 - Tekstslide

Significantie
Je kan nooit meer getallen geven dan  je meetapparatuur geeft!

Opdracht:
Pak je geodriehoek en meet de afstand tussen de regels in je schrift. Op hoeveel cijfers kan je dit aflezen?

Slide 7 - Tekstslide

Significantie
Significantie cijfers:
- Start met tellen bij het eerste getal niet gelijk aan 0 (van links naar rechts)

- Bijvoorbeeld 0,00030 heeft 2 significante cijfers

- Bijvoorbeeld 3,00000 heeft 6 significante cijfers


Slide 8 - Tekstslide

Significantie
Vermenigvuldigen en delen door:
- Aantal significante cijfers
- Bijvoorbeeld de waarde, 3,00 bestaat uit 3 significante cijfers

Optellen en aftrekken:
- Aantal decimalen (cijfers achter de komma)
- Bijvoorbeeld de waarde, 3,00 heeft twee cijfers achter de komma


Slide 9 - Tekstslide

Significantie
Bij gecombineerde berekeningen (dus meerdere stappen):
- NOOIT tussentijds afronden!!!
- ALLEEN het eindantwoord!!!
- Tip: Meestal komt dit neer op het aantal significante cijfers

Bijvoorbeeld (18,00 * 2,0) + (1,008 * 2,0) = 38 
- Want 2,0 heeft het kleinste aantal significante cijfers

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het aantal significante cijfers van het getal 0,00345
A
6
B
3
C
5
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het correcte antwoord van de volgende som:
2,025 + 3,025 - 1,0 =
A
4,05
B
4,050
C
4,1
D
4

Slide 12 - Quizvraag

Dichtheid
  • Stofeigenschap
  • Massa per volume

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Wat is het volume in mL van 1 gram goud?
Dichtheid (goud) = 19,3 gram / mL

Slide 14 - Tekstslide

Dichtheid
BINAS:
- Tabel 8 t/m 12
- Gegeven in kg/m3
- Maar...we werken meestal in gram en liter.

m3kg=1000dm31000gram=103dm3103gram=103L103gram=Lgram

Slide 15 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
Een grootheid is de beschrijving van wat je meet.
- Gewicht geven we aan in massa, symbool m
- Inhoud  geven we aan in volume, symbool V

Een eenheid is de maat waarin je een grootheid uitdrukt.
- De grootheid massa drukken we uit in de eenheid gram
- De grootheid volume drukken we uit in de eenheid Liters

Slide 16 - Tekstslide

Chemische hoeveelheid
Probleem:
- Het afwegen van 1 atoom of molecuul is niet mogelijk.

Oplossing:
- De mol

Slide 17 - Tekstslide

Hoeveel eieren zitten er in een dozijn
A
1
B
10
C
12
D
144

Slide 18 - Quizvraag

Chemische hoeveelheid
Een mol is vastgesteld/bedacht om het mogelijk te maken om stoffen af te kunnen wegen.


1mol=6,022141291023deeltjes

Slide 19 - Tekstslide

Chemische hoeveelheid
In de BINAS:
- Tabel 7a: De waarde van het getal van Avogadro (deeltjes/mol)
- Tabel 98: Kant-en-klare molecuulmassa's in gram/mol
- Tabel 99: Atoommassa's in gram/mol

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de massa van 1 mol methaan moleculen?
A
16,043 gram/mol
B
9,6601024molgram
C
16,043 u
D
16,042 gram/mol

Slide 21 - Quizvraag

Wat zou het verschil zijn tussen molaire massa en molecuul massa?
A
Molaire massa = per deeltje Molecuul massa = per molecuul
B
Molaire massa = per molecuul Molecuul massa = per mol
C
Molaire massa = per mol Molecuul massa = per molecuul
D
Molaire massa = per molecuul Molecuul massa = per deeltje

Slide 22 - Quizvraag

Chemische hoeveelheid
Molaire massa:
Massa van 1 mol moleculen uitgedrukt in gram/mol

Molecuulmassa:
Massa van een molecuul uitgedrukt in u

Slide 23 - Tekstslide

Rekenmethoden
Balansmethode (standaard)
- Stap 1: Wat is de formule: 

- Stel je weet de formule niet meer...kijk naar de eenheid



M=nm
molg=chemischehoeveelheidmassa=nm

Slide 24 - Tekstslide

Rekenmethoden
Stap 2: Invullen wat is gegeven en kijken wat is gevraagd.
Bereken de massa in gram van 10 mol water
M=nm
18,015molg=10molm

Slide 25 - Tekstslide

Rekenmethoden
Stap 2: Invullen wat is gegeven en kijken wat is gevraagd.
Bereken het volume in Liter van 10 gram goud
18,015molg=10molm
3=26
2=36
6=23
m=10mol18,015molgram=1,8102gram
M=nm
n=Mm
m=nM

Slide 26 - Tekstslide

Concentratie
De concentratie van een stof zegt iets over 
hoeveel deeltjes uitgedrukt in mol 
per volume eenheid zitten

Slide 27 - Tekstslide

Grootheid: Concentratie
Symbool: c
Eenheid: mol/dm3 of M

Grootheid: hoeveelheid stof (chemische hoeveelheid)
Symbool: n
Eenheid: mol
BINAS tabel 98 en 99

Omrekeningsfactor: 
Volume oplossing
Symbool: Vopl
Eenheid: dm3

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Percentage, Promillage, PPM en PPB
massa%=massageheelmassadeel100%
volume%=volumegeheelvolumedeel100%

Slide 30 - Tekstslide

Percentage, Promillage, PPM en PPB
massapromillage=massageheelmassadeel1000
massappm=massageheelmassadeel106
massappb=massageheelmassadeel109

Slide 31 - Tekstslide

Rekenen aan reacties
Doel: Berekenen hoeveelheid van een stof op basis van andere stof in de reactie.

Twee manieren:
- Massaverhouding (klas 3/begin VWO4)
- Molverhouding

Slide 32 - Tekstslide

Rekenen met de massa verhouding
RV (reactievergelijking) -> Opstellen en kloppend maken
MV (massaverhouding) -> Uit de BINAS
GG (massa gegeven in de opdracht)
GV (massa die gevraagd is in de opdracht)

Slide 33 - Tekstslide

Hoeveel gram water ontstaat er als 0,150 gram methaan wordt verbrand?
RV
MV
GG
GV 
CH4(g)+2O2(g)CO2(g)+2H2O(l)

Slide 34 - Tekstslide

Hoeveel gram water ontstaat er als 0,150 gram methaan wordt verbrand?
RV
MV           16                        64                         44                           36
GG            0,150 gram
GV                                                                                                         ?
CH4(g)+2O2(g)CO2(g)+2H2O(l)

Slide 35 - Tekstslide

Hoeveel gram water ontstaat er als 0,150 gram methaan wordt verbrand?
RV
MV           16                        64                         44                           36
GG            0,150 gram
GV                                                                                                          ?
Dus: 0,150 * 36 / 16 = 0,338 gram
CH4(g)+2O2(g)CO2(g)+2H2O(l)

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht
Bereken hoeveel gram water er ontstaat bij de verbranding van 4 gram ethaan.

Slide 37 - Tekstslide

Hoeveel gram water ontstaat er als 20 gram methaan wordt verbrand?


De molverhouding van de reactie is:
               1                    :            2              :         1                :         2
- Dus voor elke mol CH4, ontstaat er 1 mol CO2 en 2 mol H2O
CH4(g)+2O2(g)CO2(g)+2H2O(l)

Slide 38 - Tekstslide

Hoeveel gram water ontstaat er als 20 gram methaan wordt verbrand?


Stappenplan:
- Stap 1: Zet de gegeven hoeveelheid om naar mol.
- Stap 2: Bepaal de hoeveelheid mol van de stof die je wilt weten
- Stap 3: Zet de hoeveelheid mol op in de gewenste eenheid.
CH4(g)+2O2(g)CO2(g)+2H2O(l)

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht
Bereken hoeveel gram water er ontstaat bij de verbranding van 30 gram propaan?

Slide 41 - Tekstslide

Weektaak
- Doorlezen geheel Hoofdstuk 1 (blz 14 t/m 30, 4vwo)
- Om de stof uit hoofdstuk 1 te oefenen adviseer ik tenminste 5 opdrachten te maken van:
-> Opdrachten van de voorkennis (blz 14, 4vwo)
-> Opdrachten van de Toepassing (blz 31 t/m 33)
-> Opdrachten van Test Jezelf (blz 35, 4vwo)

- Doorlezen geheel Hoofdstuk 3 (blz 66 t/m 80, 4vwo)
- Om de stof uit hoofdstuk 1 te oefenen adviseer ik tenminste 5 opdrachten te maken van:
-> Opdrachten van de voorkennis (blz 66, 4vwo)
-> Opdrachten van de Toepassing (blz 81 t/m 83)
-> Opdrachten van Test Jezelf (blz 85, 4vwo)
-> Extra opdrachten op Google Classroom
-> Cursus Chemisch Rekenen op Google Classroom



Slide 42 - Tekstslide

Leerdoelen
De leerdoelen kan je vinden in de studiewijzers voor VWO4 en VWO5 onder algemene documenten op Google Classroom

Slide 43 - Tekstslide