illustratie

illustratie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 200 min

Onderdelen in deze les

illustratie

Slide 1 - Tekstslide

commerciële illustraties
informatieve illustraties

Slide 2 - Tekstslide

verhalende illustraties

Slide 3 - Tekstslide

illustraties zijn: 
Een illustratie is een (meestal) visuele toelichting bij een verhaal, een beschrijving of een bewering. Meestal is een illustratie een tekening of een toepasselijke foto bij een geschreven verhaal.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Stap 1 personage ontwerpen

Slide 6 - Tekstslide

Zo ga ja te werk.
Welk moment uit jouw verhaal ga je illustreren? Maak een illustratie van het moment vlak voor of vlak na de gebeurtenis. Zo verklapt jouw illustratie het verhaal niet.  Ook bepaalt dit moment de emotie van jou personage. De gezichtsuitdrukking en kenmerken zijn hierbij erg belangrijk. 
  • Teken daarom 3 verschillende gezichten met verschillende kenmerken. Maar let op! Het moet wel passen bij het personage die je hebt bedacht bij Nederlands.
  • Teken ook 3 lichamen met verschillende houdingen. Let op! Het gezicht hoef je hier niet gedetailleerd te tekenen. Het gaat alleen om de houding.

    Voorbeeldje vind je op de volgende slide.

Slide 7 - Tekstslide

gezichtsuitdrukkingen
houdingen

Slide 8 - Tekstslide

Zoek naar basisvormen.
Bij dieren werkt het op dezelfde manier.

Slide 9 - Tekstslide

Gezichten kunnen verschillende vormen hebben.

Slide 10 - Tekstslide

stap 2 Locatie en gebeurtenis

Slide 11 - Tekstslide

Zo ga je te werk:
Jij weet het wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom van jou verhaal. Welk moment leent zich het best om te tekenen zonder teveel te verklappen?

  • Maak nu 2 schetsen van de locatie.  De achtergrond en attributen zijn hierin heel belangrijk.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 3 het eindwerkstuk

Slide 13 - Tekstslide

Tijd om alles samen te voegen
Je plaatst jouw personage in de gebeurtenis.
  1. Pak een A3 papier en vouw dubbel. Op de linkerkant komt jou illustratie en op de rechterkant de tekst (of andersom).
  2. Zorg voor een witte rand om jouw illustratie van minimaal 3 cm. 
  3. Teken jouw illustratie zoals je hebt bedacht met het schetsen. 
  4. Materiaal voor de afwerking: Aquarel potlood en kroontjes pen met inkt. 
    Kleur stevig!

Slide 14 - Tekstslide

Inkleuren

Slide 15 - Tekstslide

1 kleur
mixen met andere kleuren

Slide 16 - Tekstslide

hetzelfde kan je doen in de rest van de tekening met andere kleuren.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

opdracht in stappen
  1. Ontwerp het hoofdpersonage. Belangrijk: uiterlijke kenmerken en houdingen.
  2. Illustreer een moment uit het verhaal. 
    Belangrijk: de locatie en de gebeurtenis

Slide 19 - Tekstslide

voorbeelden
op de volgende dia's zie je verschillende onderdelen van personages die je als voorbeeld zou kunnen gebruiken.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide