Spelshow Bente en Melanie

Wat is een cognitieve stoornis?
A
Is een verstoring in de hersenen
B
Is een verstoring van het denken
C
Is een verstoring van het geheugen
D
Is een verstoring in het gedrag
1 / 40
volgende
Slide 1: Quizvraag
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat is een cognitieve stoornis?
A
Is een verstoring in de hersenen
B
Is een verstoring van het denken
C
Is een verstoring van het geheugen
D
Is een verstoring in het gedrag

Slide 1 - Quizvraag

Hoe kan een cognitieve stoornis zich uiten?
A
Aandacht en concentratie
B
Geheugen en handelingen
C
Plannen en organiseren
D
Taal en gedrag

Slide 2 - Quizvraag

Hebben mensen met een cognitieve stoornis moeite met prikkels verwerken?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 3 - Quizvraag

Waar sla je informatie op?
A
In je spieren
B
De hersenen
C
In je brein
D
In het geheugen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het kortetermijngeheugen?
A
Je slaat informatie en ervaringen kort op
B
Je slaat informatie en ervaringen lang op

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het langetermijngeheugen?
A
Je slaat informatie en ervaringen kort op
B
Je slaat informatie en ervaringen lang op

Slide 6 - Quizvraag

Waar hebben mensen met een cognitieve stoornis moeite mee?
A
Met alledaagse handelingen
B
Met de ADL taken
C
Met hun uiterlijke verzorging
D
Met tuinieren

Slide 7 - Quizvraag

Kunnen mensen met een cognitieve stoornis plannen?
A
Ja zeker
B
Nee
C
Vinden ze lastig

Slide 8 - Quizvraag

Kunnen mensen met een cognitieve stoornis zelfstandig een feestje organiseren?
A
Ja, maar dan wel met hulp.
B
Nee
C
Ja

Slide 9 - Quizvraag

Hebben mensen met een cognitieve stoornis moeite met taal?
A
Ja
B
Nee
C
Sommige

Slide 10 - Quizvraag

Gaat het lezen en schrijven nog goed met een cognitieve stoornis?
A
Ze hebben er moeite mee
B
Het gaat ze nog prima af
C
Het lezen gaat nog goed, schijven niet
D
Het schrijven gaat nog goed, lezen niet

Slide 11 - Quizvraag

Het schrijven gaat nog goed, lezen niet
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Bij wie komt de cognitieve stoornis vaak voor?
A
Kinderen
B
Gehandicapten
C
Ouderen
D
Dieren

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijkste cognitieve stoornissen bij ouderen?
A
Dementie/Delirium
B
Amnestische stoornis
C
Korsakov
D
Ziekte van Pick

Slide 14 - Quizvraag

Dementie is een verzamelnaam voor?
A
Cognitieve stoornissen waarbij de hersenfuncties sterk toenemen
B
Cognitieve stoornissen waarbij de hersenfuncties sterk afnemen
C
Geheugenverlies

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Dementie
B
Alzheimer
C
D
Lewy body

Slide 16 - Quizvraag

Hoe ontstaat vasculaire dementie?
A
Door een hersenbloeding
B
Door een beroerte
C
Door allebei tegelijk

Slide 17 - Quizvraag

Wat is afasie?
A
Stoornis in het taalgebruik
B
Stoornis in het taalgebruik en taalbegrip
C
Stoornis in het taalbegrip
D
Stoornis in het denken

Slide 18 - Quizvraag

Welke stoornis heeft iemand met het aanleren van nieuwe vaardigheden?
A
Ziekte van Pick
B
Dementie
C
Amnestische stoornis
D
Syndroom van Korsakov

Slide 19 - Quizvraag

Hoe ontstaat een Amnestische stoornis?
A
Hersenontsteking, beroerte en traumatische gebeurtenis
B
Alcohol gebruik
C
Door een val
D
Bij de geboorte

Slide 20 - Quizvraag

Waarbij is het voorste deel van de hersenen aangetast?
A
Syndroom van Pick
B
Syndroom van Korsakov
C
Syndroom van down
D
Ziekte van Pick

Slide 21 - Quizvraag

Is het syndroom van Korsakov een amnestische stoornis een tekort aan vitamine B1?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 22 - Quizvraag

Heb je bij het syndroom van Korsakov last van geheugenproblemen?
A
Nee
B
Ja

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een delirium?
A
Plotselinge verwardheid
B
Kortsluiting in de hersenen
C
Altijd verward zijn
D
Hersenen in de kortsluiting

Slide 24 - Quizvraag

Heeft een cognitieve stoornis invloed op je emoties?
A
Ja
B
Nee
C
af en toe

Slide 25 - Quizvraag

Hebben mensen met een cognitieve stoornis moeite met communicatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Heeft een cognitieve stoornis invloed op je relatie?
A
Nee
B
Ja
C
Geen idee

Slide 27 - Quizvraag

Heb je bij een cognitieve stoornis door dat je hersenen langzaam achteruit gaan?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 28 - Quizvraag

Wat wordt je van een cognitieve stoornis?
A
Zelfstandig
B
Moe
C
Afhankelijk van andere
D
Een zeurpiet

Slide 29 - Quizvraag

Waarom schaamt iemand zich met een cognitieve stoornis?
A
Ze vergeten alles
B
Ze willen alles zelfstandig blijven doen

Slide 30 - Quizvraag

Hoe noem je het als de dementie in Nederland toeneemt?
A
Vergroening
B
verkleuring
C
Vergrijzing

Slide 31 - Quizvraag

1 op de 3 Nederlands ouder dan 80 heeft....
A
De ziekte van Pick
B
Een hersenbeschadiging gehad
C
Dementie
D
Een beroerte gehad

Slide 32 - Quizvraag

Heeft dementie impact op de omgeving?
A
Nee
B
Ja

Slide 33 - Quizvraag

Begrijpen kleine kinderen iets van dementie?
A
Ja
B
Nee
C
Misschien
D
Ze snappen nog niet goed wat het is

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heten mensen die dementerende helpen?
A
Mantelzorgers
B
Vrijwilligers
C
Verzorgers
D
Buddy's

Slide 35 - Quizvraag

Waarom is het goed om kinderen bij dementie te betrekken?
A
Anders worden de kinderen bang en verward
B
Anders herkennen ze hun opa/oma niet meer
C
Anders hebben ze hun opa en oma niet gekend

Slide 36 - Quizvraag

Kunnen mensen met een cognitieve stoornis nieuwe informatie opslaan?
A
Nee
B
Ja
C
Ja, maar minder goed

Slide 37 - Quizvraag

Noem 3 soorten vormen van dementie

Slide 38 - Open vraag

Welke handelingen leveren de meeste moeite op?
A
Complexe handelingen
B
Alledaagse handelingen
C
Eenvoudige handelingen

Slide 39 - Quizvraag

Wat is geen vorm van dementie?
A
Korsakov
B
Alzheimer
C
Ziekte van Pick
D
Vasculaire dementie

Slide 40 - Quizvraag