Om een tekst samen te vatten, ga je op zoek naar de belangrijkste informatie, oftewel de hoofdzaken van de tekst. Deze vind je in de kernzinnen.
De rest van de alinea’s bestaat uit uitleg of voorbeelden bij de kernzin. Dat zijn de bijzaken van de tekst. Deze neem je niet op in een samenvatting. Uitzondering hierop zijn schoolboekteksten, want daarin heb je de uitleg en de voorbeelden vaak nodig om de stof goed te kunnen begrijpen.
De kortste samenvatting van een tekst geef je als je de hoofdgedachte van de tekst onder woorden brengt. Om de hoofdgedachte te vinden, stel je jezelf deze vraag: wat vertelt de schrijver over het onderwerp van de tekst? De hoofdgedachte is één zin en het is nooit een vraag.
Tijdens het centraal examen zijn er vragen over samenvatten. Er wordt getoetst of je:
de hoofdzaken die in een samenvatting horen in een tekst kunt herkennen;
hoofdzaken van bijzaken kunt onderscheiden;
de hoofdzaken in de juiste volgorde kunt zetten.