M7 Economische groei H1.1 Micro macro + H1.2 BBP objectieve methode

Module 7 Economische groei H1.1 + H1.2
Leerdoelen H1.1 + H1.2:
- Ik kan het onderscheid tussen micro-economie en macro-economie uitleggen en werken met geaggregeerde waarden.
- Je kunt het bbp berekenen volgens de objectieve methode


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Module 7 Economische groei H1.1 + H1.2
Leerdoelen H1.1 + H1.2:
- Ik kan het onderscheid tussen micro-economie en macro-economie uitleggen en werken met geaggregeerde waarden.
- Je kunt het bbp berekenen volgens de objectieve methode


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen micro- en macro- economie?

Kernwoorden:
- micro-economie
- macro-economie
- macro-economische 
kengetallen

Slide 9 - Tekstslide

Micro-economie
Bij micro-economie bekijken we (een groep) individuen, zoals huishoudens, bedrijven en de overheid en de beslissingen die ze nemen op afzonderlijke markten. Dit bepaalt dan de vraag en het aanbod op markten en de prijs en hoeveelheid die verkocht worden van verschillende goederen en diensten.

Slide 10 - Tekstslide

Macro-economie
Bij macro-economie bekijken we het totaal van economische activiteiten, zoals de totale economische groei van een land, de totale werkgelegenheid / werkloosheid en de inflatie.
Dus het gaat over het systeem (bv. in een land) als geheel. Micro-economie gaat over individuele personen of bedrijven.
 
Macro-economische kengetallen zijn waarden m.b.t. geaggregeerde grootheden, zoals totale inkomen van een land, de totale export, de totale vraag naar arbeid en werkloosheid.
Dus getallen die iets zeggen over de macro-economie, zoals totale productie, totale werkgelegenheid in een land.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

BBP
BBP = Bruto Binnenlands Product, de waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten. 

Kan berekend worden op twee manieren:
- Objectieve methode, kijken naar de productie
- Subjectieve methode, kijken naar de beloningen voor de productiefactoren. 


Slide 14 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het Bruto binnenlands product (BBP)?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Bruto binnenlands product
  • Waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten (in een periode, bv. een jaar)
3 manieren om dat te berekenen: 
  • Objectieve methode (objecten => wat wordt geproduceerd)
  • Subjectieve methode (subjecten => wat verdienen we met ter beschikking stellen productiefactoren)
  • Bestedingsmethode (hoe wordt het inkomen besteed)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

De Objectieve methode
Het BBP berekenen via de toegevoegde waarde
Bruto toegevoegde waarde = omzet - alle inkoop
  --> inkoop is alles dat bij andere bedrijven vandaan komt

toegevoegde waarde overheid: Optelsom salaris van alle ambtenaren
BBP = optelsom alle bruto toegevoegde waarden

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de toegevoegde waarde van de Meelfabriek op het plaatje links?
A
€0,30
B
€0,50
C
€0,80
D
€1,50

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de toegevoegde waarde van de meelfabriek?
A
6500 euro
B
2500 euro
C
4000 euro
D
9000 euro

Slide 28 - Quizvraag

Hoe groot is de toegevoegde waarde van de scooterfabriek
A
€ 785
B
€ 670
C
€ 165
D
€ 1.290

Slide 29 - Quizvraag