Hin 1BKA Les 2 - Helden - Vragen stellen

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Welkom

Thema: Helden D

Les 3 : vragen stellen
Nederlands
Wat heb je nodig?
iPad
Lesboek, 
schrift + pen
timer
2:30

Slide 3 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.  Ga naar blz 174 in je boek. 

Pak ook je iPad, schrift en pen. 
En log alvast in op deze LessonUP. 





timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Planning Helden thema D
*Je werkt de komende 6 weken in het thema 'Helden';
*Vandaag les 1  - introductie 

Slide 5 - Tekstslide

1. Introductie helden 
2. Wat is een held voor jou? 
3.. Aan de slag met opdrachten
4.. Evaluatie





In deze les gaan we

Slide 6 - Tekstslide

Les 2 van 6 
Thema D: Helden

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel

*Je leert open en gesloten vragen herkennen in interviews.

Slide 8 - Tekstslide

Even herhalen
Je kent nu twee soorten vragen, namelijk:
  1. open vragen - hoe, wat, waarom, wie? 
  2. gesloten vragen - vond je het leuk?

Als je open vragen stelt krijg je vaak een uitgebreider antwoord dan bij een gesloten vraag. 

Slide 9 - Tekstslide

Je hebt thuis de theorie gelezen.

Vertel! Wat heb je geleerd? 
Waar heb je nog vragen over?

Slide 10 - Tekstslide

Zo krijg je de beste antwoorden:
  • stel open vragen
  • vraag ook naar meningen en gevoelens
  • gebruik vervolgvragen om door te vragen 

Slide 11 - Tekstslide

Doorvragen doe je als je nog niet genoeg informatie hebt gekregen. 
Met een vervolgvraag reageer je op wat de geïnterviewde net heeft gezegd. 
Goed luisteren = belangrijk!
Een controlevraag helpt om te checken of je alles goed hebt begrepen, maar ook om samen te vatten. 

Slide 12 - Tekstslide

Korte samenvatting
Tijdens een interview:
  • stel je open vragen
  • vraag je niet alleen naar feiten, maar ook naar meningen
  • vraag je door, denk aan vervolgvragen
  • stel je controlevragen, 'dus je bedoelt dat...'

Slide 13 - Tekstslide

Interview je docent 
Groepjes van ca. 3 leerlingen.
Maak per groep een lijstje met vragen.
Open en gesloten vragen (en denk na over vervolgvragen).
Elk groepje mag om de beurt een vraag stellen, met daarna één keer doorvragen.

  • Check: welk groepje had de beste vragen?
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Interview je docent 
Elk groepje stelt om de beurt een vraag, en mag daarna een keer doorvragen. 
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Interview je docent 
Groepjes van ca. 3 leerlingen.
Maak per groep een lijstje met vragen.
Open en gesloten vragen (en denk na over vervolgvragen).
Elk groepje mag om de beurt een vraag stellen, met daarna één keer doorvragen.

  • Check: welk groepje had de beste vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Dit lever je in in week 2:
1. je zakelijke e-mail
2. je interviewvragen
3. opname (video of alleen geluid) van een  interview
4. je eerste uitwerking interview
5. je tweede (definitieve) uitwerking interview
6. feedbackformulier 

Komende week: 
  Interviewproject

Slide 17 - Tekstslide

Tijd voor reflectie
Ik deel post-its uit. Noteer hierop:
  • wat je deze les hebt geleerd
  • wat je leuk vond aan deze les
  • wat je zo snel mogelijk wilt vergeten van deze les
  • welk cijfer jij jezelf geeft voor deze les


Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Wat? Lees de theorie door van § 5: geschreven interviews
(thema Helden) + maak opdracht 3. 
Hoe? Je werkt in de online methode.
Hulp? BBB
Tijd? Het is huiswerk voor dinsdag. 

Je kunt vast aan de slag!

Slide 19 - Tekstslide

Instructie
We starten met thema D - Helden. Paragraaf drie gaat over vragen stellen. 
Bij een interview, stelt de interviewer vragen. Dit kan hij op twee manieren doen; open vragen stellen en gesloten vragen stellen. 

Wie weet nu al het verschil?

Slide 20 - Tekstslide

Instructie
Op een gesloten vraag is maar één kort antwoord mogelijk, vaak is dat ja of nee.
Voorbeelden van gesloten vragen zijn: 
  • Vind je je beroep leuk? 
  • Heb je wel eens iets spannends meegemaakt?
  • Hoe oud ben je? 

Slide 21 - Tekstslide

Instructie
Als je open vragen stelt, krijg je vaak een uitgebreider antwoord. Open vragen beginnen vaak met ‘hoe’, ‘waarom’ of ‘wat’.
Bijvoorbeeld: 
  • Hoe wist u wat u moest doen? 
  • Waarom zit je op rugby? 
  • Wat vindt u van de nieuwe iPhone?

Slide 22 - Tekstslide

Instructie
Op open vragen kan je dus uitgebreider antwoord geven en daar wordt het uiteindelijke verhaal een stuk leuker van!

Slide 23 - Tekstslide

Interview voorbeeld
Sinds wanneer geeft u les op school?
'sinds vijf jaar'
Vindt u het leuk?
'ja'
Waarom vindt u het leuk?
'Omdat ik kinderen leuk vind en ik graag wil bijdragen aan een goede toekomst voor de leerlingen' .

Slide 24 - Tekstslide

ZW
Jullie gaan eerst beginnen met het maken van de opdrachten van thema D, paragraaf 3 kijken en luisteren. 
Heb je alle opdrachten af? Dan mag je beginnen met het voorbereiden van jouw interview. 
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Hoe ging het maken van de opdrachten?
Heb je alles afgekregen?
Ben je al gestart met het bedenken van jouw interview?
Wat ging goed deze les?
Wat zou de volgende keer beter kunnen?

Slide 26 - Tekstslide

Het volgende uur gaan jullie verder met het interview. 
Tot zo!

Slide 27 - Tekstslide

Deze les
We gaan het hebben over interviewen: hoe stel je goede vragen? 
Hoe vraag je door en wat zijn vervolgvragen?
Je leert
  • Goede vragen stellen om aan informatie te komen.
  • Open en gesloten vragen stellen.
  • Doelgericht door te vragen om aan specifieke informatie te komen. 

Slide 28 - Tekstslide

Theorie: open en gesloten vragen
In een interview stelt de interviewer vragen om aan informatie te komen. Een interviewer kan open of gesloten vragen stellen. 

Slide 29 - Tekstslide

Theorie: gesloten vragen
Op een gesloten vraag is maar één antwoord mogelijk, vaak (maar niet altijd) is dat ja of nee. Voorbeelden van gesloten vragen zijn: Vind je je beroep leuk? Heb je wel eens iets spannends meegemaakt? Hoe oud ben je? 

Slide 30 - Tekstslide

Theorie: open vragen
Als je open vragen stelt, krijg je vaak een uitgebreider antwoord. Open vragen beginnen vaak met ‘hoe’, ‘waarom’ of ‘wat’. Bijvoorbeeld: Hoe wist u wat u moest doen? Waarom zit je op rugby? Wat vindt u van de nieuwe iPhone?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Je bekijkt de volgende afbeelding

Wie wordt er geïnterviewd?

Waarover gaat het interview?

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag ...
1. Je werkt online of in je boek.
2. Je maakt opdracht 1, 2, 3 en 4 op blz 181 en verder 
timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Fragment bij vraag 2.
Video 1 - Zefanja Engbert krijgt een lintje

Het lintje: soort medaille die je namens de koning van de burgemeester krijgt voor een bijzondere prestatie.

Slide 36 - Tekstslide

Je maakt opdracht 2
Je werkt online of in je boek.
Thema D Helden, $2$3 Vragen stellen.

TH: $2 blz. 183
Spelling 7: $ 7 Mixopdrachten 
timer
20:00

Slide 37 - Tekstslide

Wie moet volgens jouw een lintje krijgen. Leg je antwoord uit.

Slide 38 - Open vraag

Welkom

Thema: Helden D

Les 2 van 6: vragen stellen
Nederlands
Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop
Lesboek, schrift + pen
timer
2:30

Slide 39 - Tekstslide

Les 2 van 6 
Thema D: Helden

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoel

*Je leert open en gesloten vragen herkennen in interviews.

Slide 41 - Tekstslide

Theorie: open en gesloten vragen
In een interview stelt de interviewer vragen om aan informatie te komen. Een interviewer kan open of gesloten vragen stellen. 

Slide 42 - Tekstslide

Theorie: gesloten vragen
Op een gesloten vraag is maar één antwoord mogelijk, vaak (maar niet altijd) is dat ja of nee. Voorbeelden van gesloten vragen zijn: Vind je je beroep leuk? Heb je wel eens iets spannends meegemaakt? Hoe oud ben je? 

Slide 43 - Tekstslide

Theorie: open vragen
Als je open vragen stelt, krijg je vaak een uitgebreider antwoord. Open vragen beginnen vaak met ‘hoe’, ‘waarom’ of ‘wat’. Bijvoorbeeld: Hoe wist u wat u moest doen? Waarom zit je op rugby? Wat vindt u van de nieuwe iPhone?

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Link

Je bekijkt de volgende afbeelding

Wie wordt er geïnterviewd?

Waarover gaat het interview?

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Aan de slag ...
1. Je werkt online of in je boek.
2. Je maakt opdracht 1.
TH: $2 'Ik ga erop af'- fictie - blz. 178
BK: $2 'Je bent mijn held' - fictie - blz. 176
KGT: $2 - 'De held van het verhaal'- fictie - blz. 176
Je maakt opdracht 1 t/m 4.
timer
5:00

Slide 48 - Tekstslide

Fragment bij vraag 2.
Video 1 - Zefanja Engbert krijgt een lintje

Het lintje: soort medaille die je namens de koning van de burgemeester krijgt voor een bijzondere prestatie.

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Link

Je maakt opdracht 2
Je werkt online of in je boek.
Thema D Helden, $2$3 Vragen stellen.

TH: $2 blz. 183
Spelling 7: $ 7 Mixopdrachten 
timer
20:00

Slide 51 - Tekstslide

Wie moet volgens jouw een lintje krijgen. Leg je antwoord uit.

Slide 52 - Open vraag