In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Gekoppeld aan hoofdstuk 14
Biologie bij depressie
Slide 1 - Tekstslide
Wat weten jullie over depressie?
Slide 2 - Woordweb
Wat is een depressie?
Een depressie is een mentale aandoening die gekenmerkt wordt door een aanhoudende somberheid en een verlies van interesse in activiteiten die je normaal plezierig vindt. Het kan grote invloed hebben op je dagelijks leven en je omgeving. Symptomen kunnen ook zijn: veranderingen in gewicht, slaapproblemen, vermoeidheid, gevoelens van waardeloosheid, en gedachten aan de dood of zelfdoding. Het is belangrijk om professionele hulp te zoeken als je denkt dat je aan een depressie lijdt
Slide 3 - Tekstslide
Lichte depressie
Symptomen voelen als normale reacties
Makkelijkst behandelbaar
Arts niet nodig
Serotonine (gelukshormoon) stimuleren
Voelbaar maar moeilijk te diagnosticeren
Slide 4 - Tekstslide
Zware (klinische) depressie
Wordt in korte periode steeds erger
Liever dood dan levend
Zwart gat
Alledaagse dingen worden lastig
Slechte stemming, gevoel van wanhoop of diep verdriet
Slide 5 - Tekstslide
Chronische depressie
Persistente depressieve stoornis
Niet altijd even sterk aanwezig
Minder intens en minder symptomen
Langdurig
Sombere periodes worden afgewisseld met periodes waarin men zich wat beter voelt
Slide 6 - Tekstslide
Psychotische depressie
Een op de vier mensen
Geen contact meer met de realiteit
Stemmen horen en onlogische ideeën hebben
Voorbeelden: hallucinaties, wanen, breuk met realiteit
Slide 7 - Tekstslide
Bipolaire/manische depressie
Wisseling van stemming
Verschillend per persoon
Er kunnen lichte manische klachten zijn (hypomaan), maar ze kunnen ook zo heftig zijn dat ze samen gaan met psychotische verschijnselen.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe wordt een zware depressie ook wel genoemd?
A
Bipolaire depressie
B
Manische depressie
C
Klinische depressie
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn de oorzaken van een depressie?
Slechte stemmingsregulatie van het brein
Stressvolle gebeurtenissen in je leven
Genetische kwetsbaarheid
Medicijnen
Andere medische problemen
Slide 10 - Tekstslide
Communicatie tussen zenuwcellen
Doel behandeling: verbeteren van het vermogen van de hersenen om de stemming te reguleren.
Neurotransmitters
Hersenfunctie
Slide 11 - Tekstslide
Wie mag géén diagnose stellen voor depressie?
A
Arts
B
Psychiater
C
Verpleegkundige
D
Psycholoog
Slide 12 - Quizvraag
Neurotransmitter bindt aan receptoren
Slide 13 - Tekstslide
Neurotransmitters
Neuron bepaalde hoeveelheid van een chemische stof vrijgegeven -> feedbackmechanisme geeft het neuron een seintje dat het moet stoppen met het wegpompen van de neurotransmitter en het terug te brengen in de cel.
Dit proces heet reabsorptie of heropname.
Slide 14 - Tekstslide
Neurotransmitters
De afgifte van een neurotransmitter uit één neuron kan een tweede activeren of remmen.
De neurotransmitter beïnvloedt ook het neuron dat het bericht afgeeft.
Slide 15 - Tekstslide
Neurotransmitters
Zintuigen, leervermogen, bewegingen en stemming op peil houden.
Fout bij het systeem
Overgevoelig of juist ongevoelig zijn voor een specifieke neurotransmitter
Slide 16 - Tekstslide
Wat zijn neurotransmitters?
A
Neuronen die berichten van chemicaliën naar chemicaliën doorgeven.
B
Chemicaliën die berichten van neuron naar neuron doorgeven.
Slide 17 - Quizvraag
Welke stelling is NIET waar?
A
De afgifte van een neurotransmitter uit één neuron kan een tweede activeren of remmen.
B
Hersenweefsel is een los gevlochten netwerk van neuronen die berichten verzenden en ontvangen.
C
De hippocampus is bij sommige mensen met een depressie kleiner
D
De activiteit van de amygdala is lager wanneer een persoon verdrietig of klinisch depressief is.
Slide 18 - Quizvraag
Wetenschappers hebben veel verschillende neurotransmitters geïdentificeerd, waarbij er van een paar wordt aangenomen dat ze een rol spelen bij depressie:
Soorten neurotransmitters
Slide 19 - Tekstslide
Acetylchloline
Verbetert het geheugen en is betrokken bij leren en herinneringen maken.
Slide 20 - Tekstslide
Serotonine
Helpt slaap, eetlust en stemming te reguleren en remt pijn. Onderzoekers zijn van mening dat sommige mensen die lijden aan een depressie een verminderde overdracht van serotonine hebben. Lage niveaus van serotonine zijn in verband gebracht met een hoger risico op zelfmoord.
Slide 21 - Tekstslide
Noradrenaline
Vernauwt de bloedvaten en verhoogt de bloeddruk. Het kan angst veroorzaken en betrokken zijn bij sommige soorten depressies. Is ook betrokken bij het bepalen van motivatie en beloning.
Slide 22 - Tekstslide
Dopamine
Dopamine is essentieel voor beweging. Ook beïnvloedt het motivatie en speelt een rol in de manier waarop een persoon de werkelijkheid waarneemt. Problemen bij de overdracht van dopamine zijn in verband gebracht met psychose, een ernstige vorm van verstoord denken, gekenmerkt door hallucinaties of wanen. Bovendien is het ook betrokken bij het beloningssysteem van de hersenen.
Slide 23 - Tekstslide
Glutamaat
Een klein molecuul waarvan wordt aangenomen dat het werkt als een prikkelende neurotransmitter. Ook speelt het een rol bij bipolaire stoornis en schizofrenie.
Slide 24 - Tekstslide
Gamma-aminoboterzuur (GABA)
Een aminozuur dat volgens onderzoekers werkt als een remmende neurotransmitter. Ook wordt er gedacht dat het helpt angst weg te nemen.
Slide 25 - Tekstslide
Welke neurotransmitters hebben een beloningsysteem in hun rol?
A
Noradrenaline
B
Glutamaat
C
Dopamine
D
Serotonine
Slide 26 - Quizvraag
Regio's
Slide 27 - Tekstslide
PET- of SPECT-scan
Kan de verdeling en dichtheid van de neurotransmitterreceptoren in bepaalde gebieden meten
Amygdala, de thalamus en de hippocampus.
Slide 28 - Tekstslide
Hippocampus
Opslag van informatie en geheugen
hoe meer depressies een vrouw had hoe kleiner de Hippocampus
Heftige reactie op onverwachte prikkels
Stress onderdrukt de productie van nieuwe neuronen (zenuwcellen) in de hippocampus
Slide 29 - Tekstslide
Hippocampus
Limbisch systeem
Stresshormoon verminderd de groei van de zenuwcellen in dit deel van de hersenen
Mogelijke verbanden tussen trage productie van nieuwe neuronen in de hippocampus en een lage gemoedstoestand
Medicijnen verhogen onmiddellijk de concentratie van de chemische boodschappers in de hersenen
Slide 30 - Tekstslide
Amygdala
Limbische systeem
Emoties zoals woede, plezier, verdriet, angst en seksuele opwinding
Amygdala wordt geactiveerd wanneer een individu geladen herinneringen oproept
Activiteit hoger als persoon verdrietig of klinisch depressief is
Slide 31 - Tekstslide
Thalamus
Ontvangt de meeste sensorische informatie
Spraak, gedragsreacties, beweging, denken en leren
Bipolaire stoornis het gevolg kan zijn van problemen in de thalamus
Verbindingsstation in de hersenen
Slide 32 - Tekstslide
Wat regelt de amygdala?
A
Geheugen
B
Verbindingen
C
Emoties
Slide 33 - Quizvraag
Stress kan de productie van nieuwe neuronen (zenuwcellen) in de hippocampus onderdrukken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Je kan pas van een depressie spreken als de klachten minimaal 7 dagen aanwezig zijn
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.