Regelmatige werkwoorden

De regelmatige werkwoorden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De regelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Ik mis dia's met instructie voor de leerlingen (bereid ze voor op wat ze gaan doen maak dit helder voor ze 
Op dia 1 staat "werkwoorden leren voor de toets " EN hoe lang... -> ik kan me voorstellen dat een leerling denkt dat ie nu 20 minuten moet gaan zitten leren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
De 'stam' van het werkwoord, is het hele werkwoord, maar zonder -ar/-er/-ir
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze vraag is zullen een aantal leerlingen niet begrijpen door de complexiteit en wat je zegt is incorrect! De persoonsvorm is namelijk: hablas, niet alleen -as.  Je bedoelt de uitgang
Maar ik vind dat je leerlingen van de onderbouw hier niet te veel mee moet lastig vallen.
Je bedoelt:
Hoe vervoeg je in het Spaans werkwoorden?
Je vervangt de laatste 2 letters door juiste uitgang.
Het blijft echt te abstract, dus zou ik NIET doen dit type vraag
Werk vooral met voorbeelden!
Het moet eenvoudig en als een kinderspelletje!



Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLÁIS
COMPRA
BUSCAN
HABLAMOS
COMPRAN
BUSCO
HABLO
COMPRAMOS
HABLAS
BUSCA

Slide 7 - Sleepvraag

Hulp nodig ?  kijk op bladzijde 24 van de tekstboek.
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -ER
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
COMO
APRENDES
BEBES
CORREMOS
VENDEN
APRENDEMOS
VENDÉIS
BEBE
COMEMOS
VENDO
APRENDEN
COME
CORRE
BEBÉiS

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -IR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
VIVÍS
VIVIMOS
ESCRIBE
VIVO
COMPARTO
ESCRIBIMOS
COMPARTEN
VIVES
ESCRIBEN
VIVE

Slide 9 - Sleepvraag

Hulp nodig ? kijk op bladzijde 24 van de tekstboek.
Alle regelmatige werkwoorden die in -ar einden hebben dezelfde vervoeging. Bijvoorbeeld: cantar (zingen) en hablar (spreken).

cantar
hablar
yo (ik)
hablo
tu (jij)
cantas
él/ella/usted (hij,zij, u)
hablas
nosotros/nosotras (wij)
cantamos
vosotros/vosotras (jullie)
habláis
ellos/ellas/ustedes (zij/u)
cantan
hablas
hablamos
hablan
canto
canta
cantáis

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

comer
vivir
yo
como
o
comes
es
él/ella/usted
come
nosotros/nostras
vosotros/vosotras
ellos/ellas/ustedes
en
vive
comemos
comen
vivimos
coméis
vivís

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefening: kies de juiste persoonsvorm.

Slide 12 - Tekstslide

Gebruikelijk is de vraag:
Kies de juiste vervoeging.
EN liever (want is concreter), dit:
Of welk werkwoord is correct in de volgende zinnen
En dan kan het werkwoord tussen haakjes weg:
 Yo ___________ un café con leche
(infinitief is superflue)
[beber] Yo _____ una coca cola.
A
bebo
B
bebes
C
bebe
D
beben

Slide 13 - Quizvraag

Vanaf hier is het lekker praktisch en kort en duidelijk!
Een dingetje:
Het is gebruikelijk in het Nlse onderwijs om het werkwoord achter de persoonsvorm te zetten, dus:
Yo (beber) un café con leche
EN :  bij jouw vragen die nu komen kan het gewoon weg!! (zie opmerking vorige dia)
[abrir] Mi amiga _____ la puerta.
A
abro
B
abre
C
abres
D
abren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

[comer] Paco y yo _____ una pizza.
A
como
B
comes
C
comen
D
comemos

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

[vivir] Carmen _____ con la familia.
A
vivís
B
vive
C
viven
D
vivimos

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

[hablar] ¿Vosotros _____ en holandés?
A
habláis
B
habla
C
hablan
D
hablamos

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

[bailar] Yo _____ en la fiesta.
A
bailo
B
baila
C
bailas
D
bailamos

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

[leer] Paco _____ un libro.
A
lees
B
leo
C
leemos
D
lee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Speel de quiz:
joinmyquiz.com (5824 8104)

Slide 20 - Tekstslide

Leg hier uit wat komen gaat! Bijv:
Op de volgende slide komt een sleepvraag.
Je moet het vervoegde werkwoord naar de juiste persoon slepen.
Iets anders: moet je niet eerst even kort herhalen dat yo = ik enz ???
Anders gaan ze het niet snappen!
Wat doe jij in je vakantie?
Schrijf 5 zinnen in de ik-vorm.

Voorbeeld: Escucho música.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkboek
Maak werkboek oef 2 (blz 30)
Maak werkboek oef 3 (blz 30 + 31)

Slide 22 - Tekstslide

Deze heb ik veranderd, ik wilde m iets gezelliger maken (was wit en kaal nog)
Fragmento de vídeo
Vind je het vervoegen van de werkwoorden  nog lastig? Bekijk dan het fragment (zie volgende slide).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maken WB oef 9 (blz 35)
Schrijf: 
 - 5 zinnen in de tegenwoordige tijd: Bailo en la fiesta.
 - 5 zinnen met gustar: Me gusta leer un libro.
 - 5 zinnen met gustar + no: No me gusta escuchar música.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen en samenvatting leerstof
Wil je graag weten wat je moet leren voor de toetsweek? Bekijk de PPT met een samenvatting van de leerstof. 
-> studiewijzer -> prestaties -> PPT resumen período 1 (bijlage)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies