H2R 2021-11-23 Stappenplan Zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat is de eerste stap als je een zin gaat ontleden in zinsdelen?

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

In welke zin staan de zinsdeelstreepjes op de juiste plaats?

1. Op zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles wijn gegeven.
2. Op zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles wijn | gegeven.
3. Op | zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles wijn | gegeven.
4. Op zijn verjaardag | hebben | we | mijn opa | een fles | wijn | gegeven.

Wat voor gezegde heeft deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

1. werkwoordelijk gezegde
2. naamwoordelijk gezegde

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

Zet de zinnen in het juiste vak: wg of ng?

werkwoordelijk gezegde

naamwoordelijk gezegde

Het voorstel werd meteen goedgekeurd.

Uiteindelijk is zij manager geworden.

Hij is vroeger een uitstekende voetballer geweest.

We hebben voor dat reisje een jaar gespaard!

Wat is het onderwerp in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

Heeft deze zin een lijdend voorwerp?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

1. nee, geen lv
2. ja, lv = Op zijn verjaardag
3. ja, lv = mijn opa
4. ja, lv = een fles wijn

Heeft deze zin een meewerkend voorwerp?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

1. nee, geen mv
2. ja, mv = Op zijn verjaardag
3. ja, mv = mijn opa
4. ja, mv = een fles wijn

Wat is de bijwoordelijke bepaling in deze zin?
Op zijn verjaardag hebben we mijn opa een fles wijn gegeven.

Bedenk zelf een zin met twee bijwoordelijke bepalingen.