Mens en Activiteit 1-4

Mens en Activiteit 1-4
voorbereiding op de toets.

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mens en Activiteit 1-4
voorbereiding op de toets.

Slide 1 - Tekstslide

Bij welke ontwikkelingsfase hoort een midlife crisis?
A
Jongvolwassenen
B
Volwassenen
C
Bejaarden
D
Ouderen

Slide 2 - Quizvraag

Bij welke activiteit maak je gebruik van de fijne motoriek?
A
Spinning
B
Tekenen
C
Rennen
D
Overgooien met een bal

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de naam van de groep in de ontwikkelingsfase 2 – 4 jaar
A
Peuter
B
Kleuter
C
Schoolkind
D
Baby

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een interne factor die van invloed is op je ontwikkeling?
A
Vriendschappen
B
De buurt waar je woont
C
Schoolprestatie
D
Een talent

Slide 5 - Quizvraag

wat heeft te maken met sociale ontwikkeling?
A
groeien
B
woorden leren
C
vrienden maken
D
kleuren leren

Slide 6 - Quizvraag

Een doelgroep is:
A
Een groep mensen die dezelfde interesse hebben
B
Een groep mensen die samen iets ondernemen
C
Een groep mensen die samen uit eten gaan
D
Een groep mensen die jij wilt bereiken met je activiteit

Slide 7 - Quizvraag

Waar moet je rekening mee houden als je voor een doelgroep een activiteit organiseert?

Slide 8 - Woordweb

Noem 3 verschillende soorten actieve & creatieve activiteiten

Slide 9 - Open vraag

Noem een doel van een creatieve activiteit

Slide 10 - Open vraag

Wie hoort niet tot je sociale omgeving
A
vrienden
B
collega's
C
familie
D
de presentator van weer

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van geestelijke ontwikkeling?
A
leren lopen
B
leren praten
C
leren fietsen
D
omgaan met boosheid

Slide 12 - Quizvraag

Welke leeftijd hebben jong volwassenen?
A
18 tot 35 jaar
B
16 tot 25 jaar
C
25 tot 60 jaar
D
60+

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van sociale ontwikkeling?
A
omgaan met boosheid
B
leren praten
C
leren puzzelen
D
steppen

Slide 14 - Quizvraag

Baby en dreumes leren door:
A
ervaring, herhaling en nadoen
B
herhaling en nadoen
C
ervaring en nadoen
D
herhaling

Slide 15 - Quizvraag

Wat hoort bij de ontwikkeling van tieners?
A
Heel afhankelijk zijn van je ouders.
B
Graag alleen zijn.
C
Weinig met leeftijdgenoten zijn.
D
Beinvloed worden door leeftijdsgenoten.

Slide 16 - Quizvraag

Op welke leeftijd leer je de sociale vaardigheden? (hoe je met mensen om moet gaan)
A
peuters
B
kleuters
C
schoolkind
D
puber

Slide 17 - Quizvraag

hoe noem je de taal waarbij woorden uitgebeeld worden met je handen

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent recreatie?


A
Sport
B
Bewegen
C
Wandelen
D
Ontspanning

Slide 19 - Quizvraag

In het buurthuis wordt een avond georganiseerd waar informatie is te
krijgen over geldzaken.
Hoe heet deze soort activiteit?
A
Educatieve activiteit
B
Voorlichtingsactiviteit.
C
Sociale activiteit
D
Thema activiteit

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een heterogene groep?
A
Groep kinderen in dezelfde leeftijd.
B
Groep vrouwen
C
Groep jongeren en ouderen.
D
Groep slechtzienden.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een generatie?
A
Dit is een periode van 15 jaar waarbinnen mensen geboren worden.
B
Dit is een periode van 20 jaar waarbinnen mensen geboren worden.
C
Dit is een periode van 25 jaar waarbinnen mensen geboren worden.
D
Dit is een periode van 30 jaar waarbinnen mensen geboren worden

Slide 22 - Quizvraag

Welke drie kenmerken horen bij generatie Z?
A
Zekerheid, technologie, competitief
B
Diversiteit, zekerheid, uiterlijk
C
Technologie, actie, geld verdienen
D
Zekerheid, diversiteit, sporten

Slide 23 - Quizvraag

Een groep op de kinderopvang met kinderen in dezelfde leeftijd is een...
A
Horizontale groep
B
Verticale groep

Slide 24 - Quizvraag

Een familie van 15 personen die samen op vakantie gaan, is een...
A
Homogene groep
B
Heterogene groep

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de ontwikkelingsfase van een volwassene?
A
25 - 35 jaar
B
35 – 65 jaar
C
65 – 75 jaar
D
75 – 85 jaar

Slide 26 - Quizvraag

Met de ouderen gaat Tabita een bloem knutselen. Dit is een...
A
Creatieve activiteit
B
Educatieve activiteit
C
Recreatieve activiteit
D
Sociale activiteit

Slide 27 - Quizvraag

Met de peuters gaat Tabita naar de speeltuin. Dit is vooral een...
A
Creatieve activiteit
B
Educatieve activiteit
C
Recreatieve activiteit
D
Sociale activiteit

Slide 28 - Quizvraag

De kleuters leren schrijven. Dit is een...
A
Creatieve activiteit
B
Educatieve activiteit
C
Recreatieve activiteit
D
Sociale activiteit

Slide 29 - Quizvraag

Wat is fijne motoriek?
A
rennen
B
knutselen
C
fietsen
D
lopen

Slide 30 - Quizvraag

Hoe oud is een kleuter?
A
3
B
5
C
7
D
8

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het doel van het bezoek aan een dierentuin?
A
sociaal
B
recreatief
C
educatief
D
sportief

Slide 32 - Quizvraag

Bij welke activiteit maak je gebruik van de grove motoriek?
A
Appel schillen
B
Handballen
C
Nagels knippen
D
Veters strikken

Slide 33 - Quizvraag

Het doel van sociale activiteiten is:
A
sociale contacten bevorderen
B
activiteiten uitvoeren die mensen graag doen
C
activiteiten uitvoeren om mensen in beweging te krijgen
D
activiteiten uitvoeren waarbij je mensen iets leert

Slide 34 - Quizvraag