7-8 Themales Natuurbrand

7- 8 Themales natuurbrand
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BrandweerVeiligheid+2BasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

Natuurbranden komen steeds vaker voor. Ook in Nederland. Hoe kan dat? Wat kunnen we er tegen doen? Bekijk de filmpjes, maak de quiz vragen en ga aan de slag met de verschillende doe opdrachten die bij deze les zijn te downloaden.

Instructies

Voorbereiding:
Deze docentenhandleiding geeft een uitgebreide toelichting op de lesstof en lesideeën. Handig om van te voren door te nemen.

Doe opdrachten:
Aan deze les kun je een aantal doe-opdrachten koppelen. Kijk hiervoor bij de downloads.

Onderdelen in deze les

7- 8 Themales natuurbrand

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet jij hoe een natuurbrand ontstaat?

Slide 2 - Open vraag

Hoe ontstaan natuurbranden?

  • Door blikseminslag
  • Menselijke activiteiten zoals:- roken, bbq-en, kampvuur of vuurkorf, uitlaat auto, weggooien glas, fikkie stoken
  • Natuurlijke omstandigheden zoals droogte en wind.
Dat we steeds vaker horen en lezen over natuurbrand komt ook door de
klimaatverandering. Die is echt en maken we op dit moment mee. De aarde warmt namelijk op en hierdoor verandert ons klimaat.
Het is nu wereldwijd gemiddeld ruim 1 graad warmer dan in de periode 1850 - 1900.
De gevolgen voor de natuur en de nadelen van klimaatverandering kun je nu al zien.
Bij verdere opwarming zullen de gevolgen ernstiger worden.

Hoe zit dit precies en wat kun je zelf doen aan dit probleem?
We gaan kijken naar de nieuwsuitzending van mei 2023.
0

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel water nodig is om de natuurbrand te blussen
Welke soort beplanting aanwezig is rondom het meetstation 
Hoeveel brandweervoertuigen moeten uitrukken
Luchtvochtigheid
Temperatuur
windrichting en windsterkte
Dit meten weerstations

Slide 4 - Sleepvraag

In het filmpje heb je gezien dat er metingen worden gedaan met zogenaamde weerstations.

Wat meten de weerstations?
Sleep de juiste antwoorden naar het vak.

Afhankelijk van de kans op het ontstaan van een natuurbrand kennen we in Nederland verschillende fases.

Fase 1
Natuurbeheerders en brandweer zijn altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in deze fase (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.

Fase 2
Het is al langere tijd droog in de natuur. Het risico dat een natuurbrand ontstaat is groter. Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij harde wind. 
Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert. Maar we vragen ook jouw hulp om de gevolgen van natuurbrand te voorkomen of te beperken.

Natuurlijk kun je nog steeds de natuur ingaan. Maar wees extra alert, gebruik het gezonde verstand en meld vooral in deze fase verdachte zaken meteen via 112.

Fase 1 en Fase 2
Fase 1: 
  • Brandweer en natuurbeheerders hoeven geen extra maatregelen te nemen.
  • Blijf altijd alert en voorbereid op natuurbrand. Wees voorzichtig met vuur.

Fase 2:
  • Het is erg droog in de natuur. Kans op het ontstaan van brand is groot. Brandweer en natuurbeheerders zijn extra alert.
  • Jouw hulp is nodig om de gevolgen van een natuurbrand te voorkomen of te beperken.

Slide 5 - Tekstslide

In het filmpje zag je dat met de gemeten gegevens in kaart wordt gebracht hoe groot de kans is op het ontstaan van een natuurbrand.

Op de tablet was dat te zien via de kleurcodes. Het natuurbrandgevaar is het grootst in de gebieden die rood zijn gekleurd. 

Tegenwoordig werken we niet meer met kleurcodes, maar met fases.

Fase 1
Natuurbeheerders en brandweer zijn altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in deze fase (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.

Fase 2
Het is al langere tijd droog in de natuur. Het risico dat een natuurbrand ontstaat is groter. Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij harde wind.
Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert. Maar we vragen ook jouw hulp om de gevolgen van natuurbrand te voorkomen of te beperken.
Natuurlijk kun je nog steeds de natuur ingaan. Maar wees extra alert, gebruik het gezonde verstand en meld vooral in deze fase verdachte zaken meteen via 112.

Wat heb je nodig voor het ontstaan van vuur?
A
Harde wind, dennenbomen en droogte
B
Warmte, brandstof en zuurstof
C
Hoge temperatuur, harde wind en de mens
D
Bliksem, hoge temperatuur en droogte

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de drie factoren die een natuurbrand veroorzaken?

Het juiste antwoord is B, warmte, brandstof en zuurstof.

  • Een brandstof is iets wat kan branden. Sommige dingen branden sneller dan andere dingen. Kleine takjes en droog gras branden makkelijker dan een dikke boomstam. 
  • Zuurstof zit in de lucht. Buiten in de natuur is dat altijd aanwezig.
  • Warmte: Bij een bepaalde temperatuur kunnen stoffen gaan branden.
Met deze drie onderdelen kan vuur ontstaan. Wij noemen dit de branddriehoek.

Is één van de drie zijden niet aanwezig, kan er geen vuur ontstaan.

Je spreekt van een brand als er vuur is op een plek waar dit niet gewenst is.

In de andere antwoorden A, C en D staan de ingrediënten die in een bepaalde combinatie betrokken kunnen zijn bij een natuurbrand.

 
Hoe kun jij er voor zorgen dat er géén natuurbrand komt?

Slide 7 - Woordweb


  • Niet bbq- en 
  • Geen kampvuur of vuurkorf 
  • Geen vuur maken

  • Geen wensballonnen oplaten
  • Niet roken
  • Geen uitlaat van de auto in het gras

  • Geen glas achterlaten
  • Geen (plastic) flesjes met water weggooien
Achtergelaten glaswerk maar ook flesjes gevuld met water kunnen brand veroorzaken. Wanneer het zonlicht door deze voorwerpen schijnt, wordt een brandpunt veroorzaakt.  Net als bij een vergrootglas.
Je bent met een aantal klasgenootjes in het bos. Eén van hen stelt voor een kampvuur te maken. Maar het is erg droog in de natuur. Hoe reageer jij?
Je zegt hardop dat het veel te gevaarlijk is.
Leuk! je gaat direct op zoek naar kleine takjes.
Je twijfelt en wacht af wat de rest zegt.
Je denkt dat het geen goed plan is, maar zegt niets
Je doet mee en geeft tips voor een veilige vuurplek.
Ik weet het niet.

Slide 8 - Poll

Als je in een groep bent, reageer je misschien wel anders dan wanneer je alleen zou zijn.

Misschien vind je het lastig om jouw mening of idee hardop te zeggen. Of misschien wil je geen spelbederver zijn. 

Maar bedenk in een groep altijd wat het gevolg kan zijn van jouw keuze. 
  • Weet wat jij belangrijk vindt!
  • Wees zelfverzekerd!
  • Zoek positieve vrienden. 
  • Leer over de gevolgen van de acties.
  • Zoek ondersteuning van een volwassene.
Grondvuur
Vliegvuur
Kroonvuur
Loopvuur

Slide 9 - Sleepvraag

Op deze tekening zie je hoe een brand zich door de natuur verspreid.

De wijze waarop de verspreiding plaatsvindt hebben we een naam gegeven.
Zo kennen we bijvoorbeeld loopvuur, kroonvuur, grondvuur en vliegvuur.

Sleep de teksten naar de plek waar dit in beeld is gebracht.

Je ziet dat vliegvuur niet in beeld is gebracht. Bij een brand ontstaan vonken. De wind neemt deze mee door de lucht. Op een heel andere plek kan hierdoor brand ontstaan.

Een voorbeeld van een grondbrand is een brand in het veen gebied. Onder de grond verspreidt de brand zich. Dit zijn erg lastige branden om te blussen.  Je kunt hier dagenlang mee bezig zijn.

Een loopvuur verspreid zich via de grassen en planten over de grond.
Terwijl kroonvuur zich verspreid via de boomtoppen.

Wat kan de brandweer doen om een natuurbrand te stoppen?
A
Blussen met brandweerauto's en helikopters
B
Een stuk grond vrij maken van beplanting
C
Het vuur uitslaan met speciaal gereedschap
D
Alle drie de antwoorden zijn goed

Slide 10 - Quizvraag

Alle drie de antwoorden zijn goed.

Bij loopvuur kan met vuurzwepen, of een rugzak met water het vuur worden uitgeslagen of geblust.

Als het droge gras en planten van een bepaald oppervlak wordt weggehaald, is er geen brandstof meer aanwezig om te branden. Dit noemen we een 'stoplijn'.

Soms worden naast de speciale natuurbrandvoertuigen van de brandweer ook helikopters ingezet. Zeker als de branden groter zijn.

De brandweer werkt hierbij ook samen met defensie.

We kijken nu naar een filmpje

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Kijk goed naar deze tekening.

Weet jij wat je moet doen als je een brand in de natuur ontdekt?

Beantwoord nu de quizvraag in de volgende dia.


Je loopt in de natuur. Je ziet brand. Wat doe je?
A
Je probeert de brand te blussen
B
Je bent sneller dan het vuur en rent voor het vuur uit.
C
Je blijft uit de rook en belt of appt 112.
D
Je gaat de dieren redden in het bos

Slide 13 - Quizvraag

Zie je een brand ontstaan? 
  • Blijf kalm, bel 112 en geef de locatie van de natuurbrand door. 
  • Probeer een grote brand niet zelf te blussen. 
  • Verlaat de plek in de richting van de openbare weg of de bebouwde kom. 
  • Loop niet voor de brand uit, blijf uit de rook en loop altijd haaks op de rookwolk.
Het doorgeven van je locatie kan in de natuur een uitdaging zijn, gebruik daarom de 112-app die geeft gelijk je locatie door aan de meldkamer.
Drones

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plotten

Slide 15 - Tekstslide

In het filmpje zag je dat met de gemeten gegevens in kaart wordt gebracht hoe groot de kans is op het ontstaan van een natuurbrand.

Op de tablet was dat te zien via de kleurcodes. Het natuurbrandgevaar is het grootst in de gebieden die rood zijn gekleurd. 

Tegenwoordig werken we niet meer met kleurcodes, maar met fases.

Fase 1
Natuurbeheerders en brandweer zijn altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in deze fase (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.

Fase 2
Het is al langere tijd droog in de natuur. Het risico dat een natuurbrand ontstaat is groter. Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij harde wind.
Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert. Maar we vragen ook jouw hulp om de gevolgen van natuurbrand te voorkomen of te beperken.
Natuurlijk kun je nog steeds de natuur ingaan. Maar wees extra alert, gebruik het gezonde verstand en meld vooral in deze fase verdachte zaken meteen via 112.

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies