Much, many

STOP!..GRAMMARTIME
MUCH  or   MANY     
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

STOP!..GRAMMARTIME
MUCH  or   MANY     

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je
  • Vertellen wat much & many  betekenen in het NL.

  • Het verschil in gebruik tussen much & many uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat denk jij dat 'much', 'many' betekenen?

Slide 3 - Open vraag

Betekenis
  • Much & many  betekenen beide veel in het Nederlands.


  • Je gebruikt ze alleen niet allemaal hetzelfde. Kijk naar de volgende voorbeelden en probeer het verschil tussen much & many te raden!

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
  1. many friends
  2. much water
  3. many chairs
  4. much time
  5. many superheroes
  6. much money

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil volgens jou?

Slide 6 - Open vraag

Uitleg much & many
  • Je gebruikt much als het woord dat erna komt enkelvoudig en ontelbaar is.

Do you have much work
We haven't got much money.

Kan je het woord work tellen? (one work, two work)
Het woord money ook niet toch? (one money, two money...)

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg much & many
  • Je gebruikt many als het woord dat erna komt meervoud en telbaar is.

He hasn't got many friends. (one friend, two friends)
Do we have many videogames
Tip: Je kunt meervoud herkennen aan de letter -s achter een woord.

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
witches
buses
fun
light
fans

Slide 9 - Sleepvraag

Voorbeelden
  • She hasn't got many friends. 
  • Do we have much homework? 
  • Our village has not got much snow. 
  • Does the cat have many kittens? 
  • It's a diploma which can open so many doors 

Slide 10 - Tekstslide

GET READY

for a bunch of quiz questions

Slide 11 - Tekstslide

I have got ... problems.
A
many
B
much

Slide 12 - Quizvraag

The dogs aren't ... fun.
A
many
B
much

Slide 13 - Quizvraag

How ... milk is left in the fridge?
A
many
B
much

Slide 14 - Quizvraag

Are there ... ghosts in that creepy building?
A
many
B
much

Slide 15 - Quizvraag

They haven't got ... paint left in the store
A
many
B
much

Slide 16 - Quizvraag

My brother has ... problems with my dad.
A
many
B
much

Slide 17 - Quizvraag

Samenvatting
'Much', 'many' betekenen beide'veel'.
Enkelvoud / ontelbaar
Meervoud / telbaar
We don't have much money.
They don't have many friends.
Do we have much money?
Do they have many friends?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide