Setting en Sfeer

Welkom 
Pak je leesboek, schrift, etui, leerboek en laptop erbij.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Pak je leesboek, schrift, etui, leerboek en laptop erbij.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
  1. Lezen
  2. Check-in
  3. Setting 
  4. Sfeer
  5. Klassikaal werken
  6. Zelfstandig werken
  7. Check-out 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check-in
  • Thema: fictie 
  •  Onderwerp: setting en sfeer

Lesdoelen:
  1. Je kunt de setting van een verhaal beschrijven.
  2. Je kunt uitleggen hoe de setting de sfeer van een verhaal beïnvloedt.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woorden van de Week
  • Het motief
  • Voornamelijk
  • Aantreffen 


  • Maak nu een zin waarin het motief op drie verschillende manier wordt gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg de drie vertelperspectieven uit.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Setting & Sfeer
  • Setting= omgeving waar het verhaal afspeelt. Het kan in de echte wereld of in een fantasiewereld plaatsvinden. Denk aan Midden-Aarde in Lord of the Rings, Zweinstein, 

  • Een goede setting, helpt sfeer creëren. 

  • Sfeer= bepaalde emoties die de lezer voelt door het verhaal. 
  • Voorbeeld: horrorverhalen waar de setting 9/10 keer een verlaten huis is waarin iemand is overleden. De vloer kraakt bij elke beweging en het is 'toevallig' volle maan. Wanneer je in de spiegel kijkt zie je iemand achter je staan maar als je achterom kijkt is er niemand.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe beschrijf de setting in een verhaal?
  1. Als eerst stel je de tijd vast waarin het verhaal afspeelt. Speelt het zich af in het verleden-heden-toekomst. In WOII of Klassieke Oudheid of juist in het heelal. Is het een historische setting, een realistische setting of een fantasy-setting.
  2. Daarna stel je vast waar het zich afspeelt.
  3. Beschrijft de auteur de setting aan de hand van zintuigen? Naast het zien, kan je het ook ruiken, voelen, horen en proeven. (Niet letterlijk)
  4. De setting kan ook iets zeggen over de personage zelf. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past Sauron bij de setting in Mordor?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg het verschil tussen de twee foto's uit door middel van zintuigelijke beschrijvingen.

Slide 9 - Tekstslide

Ik loop door het groene dallandschap en ik hoor de vogeltjes fluiten, terwijl de 

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe de setting, de personage karakteriseert. Past wat de personage doet bij zijn leefomgeving?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt hier niet? Welk anachronisme (welk voorwerp in dit filmpje past niet in die tijd?)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt er allemaal niet in deze trailer?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen fantasy zoals Steampunk of Lord of the rings en historische films? Waar hoeven schrijvers geen rekening mee te houden?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat
Maak een tekening of stripverhaal over het verhaal.
Hoe
1. Maak groepjes van 3 of 4.
2. Kies tussen de 4 à 5 belangrijke gebeurtenissen in het verhaal.
3. Teken de gebeurtenissen in een stripstijl of stijl naar keuze.
4. De niet-tekenaars krijgen de taak om bij elke tekening, een kort verhaaltje of gesprekje (monoloog of dialoog) te schrijven.
5. Tot slot presenteren jullie de tekeningen aan de klas waarin je uitlegt waarom je hebt gekozen voor bepaalde gebeurtenissen uit het verhaal.

Tijd
5 min: gebeurtenissen kiezen
25 min: tekenen en schrijven
10 min: uitwisselingen tekeningen

Klaar
Klaar met tekenen? Ga dan verder met het schrijven van een samenvatting over: 1)Perspectief 2) ruimte 3) tijd 4)verhaallijnen 5) setting 6)sfeer 7)personages

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor het kiezen
  • Op hoeveel locaties speelt het verhaal zich af? Zijn deze locaties contrasterend? 
  • Bedenk bij elke gebeurtenis, wie de belangrijkste personages zijn. Is er maar één personage of zijn er meer?
  • Staan er in de gebeurtenissen belangrijke voorwerpen die voor de strip belangrijk zijn?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenen
  • Nu gaan jullie jullie gebeurtenissen tekenen
  • De niet-tekenaars gaan aan de slag met een dialoog of monoloog (ligt aan de gebeurtenis en personage(s)).
  • Je kan voor de tekst kiezen om het in een praatballon te schrijven of onder- of bovenin een tekstvlak.
  • De tekenaars laten net als bij de schrijver je fantasie los. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf de setting in Tantalos in eigen woorden.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was de sfeer tijdens het diner met de goden?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies