Week 1 - Betrouwbaarheid van informatie

De leswissel

  1. Kom meteen naar het lokaal.
  2. Leg eerst je iPad, schrift, pen, markeerstift klaar.
  3. Doe je jas uit, tas op de grond, telefoon in de telefoontas.
  4. Vraag of je nog snel 'je ding' mag doen.
  5. Na de bel start de les, het risico is voor jou. 
  6. Te laat? Ga in stilte zitten en volg de les.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De leswissel

  1. Kom meteen naar het lokaal.
  2. Leg eerst je iPad, schrift, pen, markeerstift klaar.
  3. Doe je jas uit, tas op de grond, telefoon in de telefoontas.
  4. Vraag of je nog snel 'je ding' mag doen.
  5. Na de bel start de les, het risico is voor jou. 
  6. Te laat? Ga in stilte zitten en volg de les.

Slide 1 - Tekstslide

'Je ding'
- flesje vullen
- naar toilet
- spullen uit kluisje
- boek uit mediatheek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je kunt de kenmerken van een betrouwbare tekst benoemen;
Je kunt een tekst beoordelen op betrouwbaarheid aan de hand van criteria.

Startvraag




Betrouwbaarheid




Oefenen met betrouwbaarheid
Zelfstandig leren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de betekenis van de volgende woorden ter voorbereiding op een leestaak:

- polarisatie
- algoritme
- correlatie
- vicieuze cirkel
- bubbel
- ongefundeerde

Kennis van de wereld maakt teksten begrijpelijker.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst. Onderstreep belangrijke zinnen.
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil de schrijfster bereiken met haar tekst?
A
Ze wil de lezer informeren over een probleem.
B
Ze wil de lezer amuseren door beschrijven probleem.
C
Ze wil de lezer laten nadenken over een probleem.
D
Ze wil de lezer ervan overtuigen dat er een probleem is.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstopbouw
Betoog
Maak aantekeningen!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citeer een zin uit de tekst waarin de schrijfster duidelijk maakt wat haar tekstdoel is.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kritische lezer zal beweren dat de schrijfster in deze zin (vorige opdracht) twee tekstdoelen door elkaar heen aankondigt. Leg waarom een kritische lezer dat zou kunnen denken.

Slide 11 - Open vraag

Ze geeft aan dat ze argumenten gaat geven (overtuigen) om duidelijk te maken wat het gevaar kan zijn (beschouwen/informeren).

In de inleiding geeft de schrijfster aan dat ze twee zaken zal beargumenteren. Is ze daarin geslaagd? Baseer je antwoord op de gehele tekst.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de tekst komt de schrijfster met aanbevelingen om het probleem van fake news tegen te gaan. Noteer de aanbevelingen en nummer ze.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de tekst komt de schrijfster met aanbevelingen om het probleem van fake news tegen te gaan. In hoeverre houdt zij zich aan haar eigen tip dat je verschillende betrouwbare bronnen moet raadplegen? Overleg in tweetallen (stemloos).

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeel de betrouwbaarheid van de schrijfster. Vind je haar een autoriteit?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Informatiebubbel
  • Nauwkeurig en kritisch lezen is noodzakelijk om de wereld waarin je leeft goed te begrijpen;
  • Het helpt je om een eigen mening te vormen en te onderbouwen;
  • Je kunt informatie filteren en beoordelen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
8:00
Wat maakt een tekst betrouwbaar?
15 oktober: mindmap van 2 bronnen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het einde van de les....

  1. De docent geeft het teken dat de les ten einde is.
  2. Ruim je tafel leeg.
  3. Schuif je stoel aan
  4. Ruim alle rommeltjes rondom jouw werkplek op.
  5. Verlaat het lokaal; vergeet de telefoon niet.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies