1A 15 april / bk 7.4 afmaken en kgt 7.4

Ik kan rekenen met woordformules
Ik weet wat het begin getal, stijggetal en daalgetal van een woordformule is.
BK: Paragraaf 7.4 afmaken
KGT: Ik kan woordformules korter schrijven en Ik kan rekenen met formules met letters.
BK: Geen nieuwe uitleg
KGT: Woordformules korter schrijven
BK: Maak  opdracht 44 t/m 48 + de Rekenbreak op blz. 79 t/m 81
KGT: Maak opdracht 31 t/m 35 + de Rekenbreak op blz. 62 t/m 64
Klaar? Nakijken!
en?
BK: Maak opdracht 44 t/m 48 + de Rekenbreak op blz. 79 t/m 81
KGT: Maak opdracht 31 t/m 35 + de Rekenbreak op blz. 62 t/m 64
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ik kan rekenen met woordformules
Ik weet wat het begin getal, stijggetal en daalgetal van een woordformule is.
BK: Paragraaf 7.4 afmaken
KGT: Ik kan woordformules korter schrijven en Ik kan rekenen met formules met letters.
BK: Geen nieuwe uitleg
KGT: Woordformules korter schrijven
BK: Maak  opdracht 44 t/m 48 + de Rekenbreak op blz. 79 t/m 81
KGT: Maak opdracht 31 t/m 35 + de Rekenbreak op blz. 62 t/m 64
Klaar? Nakijken!
en?
BK: Maak opdracht 44 t/m 48 + de Rekenbreak op blz. 79 t/m 81
KGT: Maak opdracht 31 t/m 35 + de Rekenbreak op blz. 62 t/m 64

Slide 1 - Tekstslide

BK: Deze les geen nieuwe uitleg en kunnen na het herhalen meteen aan de slag.

KGT: Na het herhalen, eerst stukje nieuwe uitleg en daarna aan de slag. 

Nu eerst wat herhalen

Slide 2 - Tekstslide

inhoud in liters = 130 - 0,4 x afstand in kilometer

Wat is het begingetal van deze formule?
A
130
B
0,4
C
-0,4
D
0

Slide 3 - Quizvraag

inkomsten in euro = 6 + 4 x tijd in uren

Heeft deze formule een stijggetal of een daalgetal?
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 4 - Quizvraag

inkomsten in euro = 6 + 4 x tijd in uren

Wat is het daalgetal van deze formule
A
6
B
4
C
+ 4
D
0

Slide 5 - Quizvraag

inkomsten in euro = 6 + 4 x tijd in uren
Wat is het begingetal van deze formule?
A
6
B
4
C
0

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor een grafiek heb je als de formule een stijggetal heeft?
A
een stijgende grafiek
B
een dalende grafiek
C
geen grafiek
D
weet ik niet

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor een grafiek heb je als de formule een daalgetal heeft?
A
een stijgende grafiek
B
een dalende grafiek
C
geen grafiek
D
weet ik niet

Slide 8 - Quizvraag

Let op!
Wanneer je een grafiek moet tekenen, heb je een tabel nodig.
Check altijd goed of je de tabel al hebt of dat die nog ingevuld/ gemaakt moet worden.

Tekenen met potlood!! of uitwisbare pen
En rechte lijnen met geodriehoek/liniaal

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 7 

Slide 10 - Tekstslide

BK aan de slag
BK: Maak opdracht 44 t/m 48 + de Rekenbreak op blz. 79 t/m 81

KGT: Eerst nieuwe uitleg, daarna aan de slag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

gewicht in kg = 128 + 27 x aantal maanden
Kunnen we dus korter schrijven als
g = 128 + 27a
waarbij 27a dus 27 keer a betekent

Slide 13 - Tekstslide

  • huurprijs in euro = 15 + 4 x tijd in dagen
    Hoe zou je deze formule korter kunnen opschrijven?
  • Een manier om de formule korter te schrijven:
    h = 15 + 4t 
    Je mag ook andere letters gebruiken, maar meestal gebruiken we de letters die het meest voor de hand liggen.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
BK: Maak opdracht 44 t/m 48 + de Rekenbreak op blz. 79 t/m 81

KGT: Maak opdracht 31 t/m 35 + de Rekenbreak op blz. 62 t/m 64

Klaar? Laten zien en nakijken

Slide 15 - Tekstslide