Les 8: Fase-overgangen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Startopdracht

In de zomer maak ik wel eens appeltaart. Als ik de oven open doe, verspreid de geur zich door de hele keuken. In de zomer verspreid die geur zich sneller dan in de winter. Leg dit uit aan de hand van het molecuulmodel.

Les 8: Faseovergangen

• Uitleg 3.4 faseovergangen
•  Quiz!
• Aan de slag met de opdrachten

Planning

Huiswerk: Maak 3.3 opdracht 35, 39, 44, 45 en 3.4 opdracht 51, 56, 57 óf 3.3 opdracht 40, 44, 46, 48 en 3.4 opdracht 55, 57, 60

 

Leerdoelen

• Je kent de betekenis van de begrippen faseovergang, smelten, stollen, verdampen, condenseren, sublimeren, rijpen, smeltpunt, kookpunt, smelttraject, kooktraject.
  
• Je kan faseovergangen herkennen en benoemen.
  
• Je kan faseovergangen met het molecuulmodel uitleggen.
  

Welke fase zie je hier? 

Fasen

Hoe heet het als ze veranderen?

Wat zorgt ervoor dat iets van fase veranderd? 

Kookpunt en smeltpunt

Kookpunt: de temperatuur waarop een zuivere stof verdampt.

Smeltpunt: de temperatuur waarop een zuivere stof smelt.

Wat is het kookpunt en smeltpunt van water?

Zijn dit stofeigenschappen?

De kookgrafiek

De horizontale delen op de kookgrafiek laten het kookpunt en smeltpunt zien. 

Hoe zou dat eruit zien bij een mengsel? 

Hoe heet de fase-overgang van de vaste naar de vloeibare fase?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water

1. Groter
2. Kleiner
3. Gelijk

Hoe heet de fase-overgang van de vloeibare naar de gasvormige fase?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

Kookpunt is een stofeigenschap

1. Waar
2. Niet waar

Vul in. 344 mL = ... m³

Wat is geen stofeigenschap?

1. Geleidbaarheid
2. Geur
3. Massa
4. Kookpunt

Welke van deze twee is een mengsel?

1. De stippellijn
2. De volledige lijn

Wat is het kookpunt van de zuivere stof?

Aan de slag

• Vind je het nog moeilijk? Maak dan 3.4 opdracht 51, 56, 57
• Wil je extra uitdaging? Maak dan 3.4 opdracht 55, 57, 60
• Eerste 5 minuten in stilte

Leerdoelen

• Je kent de betekenis van de begrippen faseovergang, smelten, stollen, verdampen, condenseren, sublimeren, rijpen, smeltpunt, kookpunt, smelttraject, kooktraject.
  
• Je kan faseovergangen herkennen en benoemen.
  
• Je kan faseovergangen met het molecuulmodel uitleggen.