Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zin? De buurman heeft zijn salaris niet op tijd ontvangen en nu moet hij verhuizen omdat hij de huur niet kan betalen.
A
heeft
B
betalen
C
ontvangen
D
verhuizen
Slide 15 - Quizvraag
Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Staken
Slide 16 - Open vraag
Schrijf nu het voltooid deelwoord met de juiste uitgang: Strooien
Slide 17 - Open vraag
vd als bn
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Slide 18 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
De naam zegt het al!
Het is een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
Een bijvoeglijk naamwoord wordt altijd gekoppeld aan ????!!!!!!
Mijn tante heeft een gebreide trui aan vandaag.
Gister liep mijn buurjongen met een gesloten houding over straat.
Hoe schrijf je deze werkwoordsvorm? --> ZO KORT MOGELIJK!
Slide 19 - Tekstslide
Regels voor het (on)voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
- Gebruik de verlengproef als je niet weet of je een -d of -t moet schrijven.
- Schrijf een (on)voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord altijd ZO KORT MOGELIJK
Dus: de danseres was mooi gekleed =
de mooi GEKLEDE danseres
Slide 20 - Tekstslide
ONVOLTOOIDDEELWOORD als
BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk.
OVD = Blaffend stond de hond aan het hek.
BN = De blaffende hond stond aan het hek.
Slide 21 - Tekstslide
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord. Welke is juist gespeld?
A
Het verlate feest
B
Het verlaatte feest
Slide 22 - Quizvraag
In welke zin is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt?
A
De brief is geschreven
B
De geschreven brief
C
Hij schrijft snel een brief
D
De blauwe brief ligt op de tafel
Slide 23 - Quizvraag
Maak van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord. (vergeten) De ... groente