13 oktober

Welkom in de EED05LP

Herfst
Bijna hier
Gekleurde blaadjes overal
Wandelen in het bos
Prachtig

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de EED05LP

Herfst
Bijna hier
Gekleurde blaadjes overal
Wandelen in het bos
Prachtig

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Starter:  kennismaken nieuwe cursisten
  • Sleutelwoordendictee: blauwe woorden 127
  • 3.6: Herhalen verleden tijd van gaan, hebben, zijn en regelmatige ww (Wordwall)
  • 3.7: 113, t/m 115 + blauwe woorden bespreken 
  • 117 t/m 119 zelfstandig 
  • 120 in tweetallen spreken + 121 (werkblad 3.7a) 
  • Spreken 1 + woordenschat + spreek samen-opdrachten: 122, 123, 124, 126, 128 


Afsluiting en huiswerk
















Slide 2 - Tekstslide

Starter: Spraakwater.

Je mening geven: Spraakwater. 

Grammatica:
Werkblad vaste vvz, quia in teams vvz, hebben of zijn (in LU).
Sleutelwoordendictee
Gebruik de volgende woorden en maak hiermee een verhaal of tekst:

het dekbed, de kaars, katoen, de put, af en toe, de jeugd, aan de rand, verbouwen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleutelwoordendictee
Een huis aan de rand van het dorp
Lisa woont aan de rand van het dorp, in een oud huis dat haar opa vroeger heeft gebouwd. Het huis is klein, maar gezellig. Ze wil het graag verbouwen, want sommige muren zijn oud en scheef.
’s Avonds zit Lisa graag op de bank met een warme kop thee. Af en toe steekt ze een kaars aan, zodat het licht zacht en rustig is. In haar slaapkamer ligt een groot dekbed van katoen, wit en zacht als wolken.
Buiten haar huis is een tuin met een diepe put. Vroeger haalde men daar water uit, maar nu groeit er alleen wat gras omheen. Lisa vindt het leuk om te denken aan haar jeugd, toen ze hier speelde met haar broertje.
Nu zorgt ze zelf voor het huis, stukje bij beetje. Misschien duurt het nog even, maar ooit zal het helemaal klaar zijn — precies zoals ze het wil.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin in de verleden tijd met een vorm van het werkwoord 'gaan'

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin in de verleden tijd met een vorm van het werkwoord 'hebben'

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin in de verleden tijd met een vorm van het werkwoord 'zijn'

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin in de verleden tijd met een vorm van het werkwoord 'wonen'

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak een zin in de verleden tijd met een vorm van het werkwoord 'reizen'

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
Ik gingde naar de bakker voor brood.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
Mijn oma was erg lief.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
Ik hadden een hondje toen ik klein was.
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
Mijn vader verfde ons huis grijs.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Goed of fout?
Werkte jij vroeger in jouw land?
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
3.7:
  • Opdracht 123 
  • Blauwe woorden: kies zes woorden uit de lijst (gebruiken) van bladzijde 129 en maak daarmee zes zinnen.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies