In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
H6.2 Hoe kijk je tegen anderen aan?
Slide 1 - Tekstslide
Eerst even over 6.1
Laptop in de aanslag!
Regels:
Ieder voor zich
Als ik praat is de laptop (half) dicht
Ik check bij elke vraag of iedereen heeft geantwoord
Slide 2 - Tekstslide
Welk type cultuur heeft de meeste 'aanhangers' in een land?
A
De subcultuur
B
De dominante cultuur
C
De dissonante cultuur
Slide 3 - Quizvraag
De definitie is: "een principe dat je belangrijk vindt in het leven". Het begrip is:
A
Norm
B
Macht
C
Doelgroep
D
Waarde
Slide 4 - Quizvraag
Stelling: "Een subcultuur kan ontstaan als mensen dezelfde kleding dragen"
A
Ja, natuurlijk
B
Dat is dikke onzin
Slide 5 - Quizvraag
"Een samenleving waarin de dominante cultuur en verschillende subculturen door elkaar lopen" Welk begrip hoort hierbij?
Slide 6 - Open vraag
Stelling: "Cultuur is onveranderlijk, dus het blijft altijd hetzelfde"
A
Ja, natuurlijk
B
Dat is dikke onzin
Slide 7 - Quizvraag
Door met 6.2
Hoe kijk je tegen anderen aan?
Slide 8 - Tekstslide
Wat weet je over deze mensen, op basis van de foto?
Slide 9 - Woordweb
Hokjesdenken
Een beeld of oordeel hebben over een persoon (of een groep), vanaf het eerste moment dat je diegene ziet.
Dat oordeel is gevormd door jouw normen, waarden en ervaringen.
Slide 10 - Tekstslide
Vertelt jouw oordeel meteen alles over deze persoon/groep? Leg je antwoord uit
Slide 11 - Open vraag
Stereotypen
Een stereotyp is een ongenuanceerd, overdreven of foutief beeld van een groep.
Voorbeeld: Vrouwen kunnen niet autorijden
Slide 12 - Tekstslide
Stereotyp:
Vrouwen kunnen niet autorijden
Vooroordeel:
Ik leen mijn nieuwe auto niet uit aan een vriendin van mijn zus, want zij brengt die auto natuurlijk beschadigd weer thuis
Slide 13 - Tekstslide
Vooroordeel
Oordeel over iemand of iets zonder dat je de feiten of de persoon kent
Slide 14 - Tekstslide
Belgen
Slide 15 - Woordweb
Slide 16 - Tekstslide
"Ik hoor altijd dat Belgen dom zijn, dus ik denk dat het zo is. Geen idee eigenlijk, ik ken er nog geen. Nu wil er een Belgische jongen in mijn groepje voor de wiskundewedstrijd, maar ik kan ook kiezen voor een Chinese jongen."
Ik kies de Belg
Ik kies de Chinees
Anders
Slide 17 - Poll
Discriminatie
Er wordt onterecht een verschil gemaakt in de behandeling van mensen.
Vanwege hun:
Culturele achtergrond -> racisme
Uiterlijk
Sekse -> seksisme
Leeftijd
Geloof
Beperking
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
00:13
Discriminatie vanwege
A
Sekse
B
Geloof
C
Culturele achtergrond
D
Beperking
Slide 20 - Quizvraag
00:36
Discriminatie vanwege
A
Uiterlijk
B
Beperking
C
Geloof
D
Sekse
Slide 21 - Quizvraag
01:11
Discriminatie vanwege
A
Sekse
B
Uiterlijk
C
Culturele achtergrond
D
Geloof
Slide 22 - Quizvraag
01:40
Discriminatie vanwege
A
Sekse
B
Uiterlijk
C
Culturele achtergrond
D
Geloof
Slide 23 - Quizvraag
02:34
Welke begrip hoort bij de woorden van Malik?
Slide 24 - Open vraag
Op het domein
Vul het werkblad in, ik teken het af!
Klaar? Begin vast met het maken van een begrippenlijst van hoofdstuk 6!