Les 8 schrijftaak Thema D Par 7 - Schrijf een zakelijke e-mail

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Welkom bij het vak Nederlands
  • Telefoon in de tas
  • We gaan direct op onze eigen plek zitten
  • Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
  • Stil is ook stil.  Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
  • Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig) 
  • Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is 
  • Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is



Slide 2 - Tekstslide

Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.  Leg je gemaakte huiswerk voor je. In je schrift, iPad of boek. Op blz 189. 
 
En log alvast in op deze LessonUP. 





timer
3:00
Huiswerkcontrole

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
Huiswerk: Maak opdracht 1, 2 en 3 op blz 189 en verder. Opdrachten overzichtelijk en netjes uitwerken. 

Gelukt?
Vragen & opmerkingen?







Slide 4 - Tekstslide

Zakelijke e-mail

Slide 5 - Tekstslide

Schrijftaak
Thema D Par 7 - Schrijf een zakelijke brief

We gaan nu werken aan een formatieve toets

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoel
Je leert een zakelijke e-mail schrijven
Je past een goede tekstopbouw toe: inleiding - middenstuk - slot
Je weet het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik

Slide 7 - Tekstslide

Een zakelijke e-mail

Slide 8 - Tekstslide

Taalgebruik
Wat is taalgebruik?
De manier waarop je taal gebruikt. 
We kennen 2 vormen: persoonlijke taal en beleefde taal. 
We zeggen ook wel: informele taal en formele taal.

Slide 9 - Tekstslide

Beleefde taal
In deze paragraaf schrijven we met beleefde taal.
We passen formeel taalgebruik toe in de e-mail die we gaan schrijven. 
Zo maken we een zakelijke tekst op.

Slide 10 - Tekstslide

Taalgebruik

Slide 11 - Tekstslide

Toetstip
De voorbeelden in de linker kolom is de taal die je toepast in je toets (formeel taalgebruik). 

Slide 12 - Tekstslide

Een e-mail schrijven
Als je iemand - die je niet kent - iets wilt vragen, kun je een 
e-mail schrijven, bijvoorbeeld als je informatie wilt vragen voor een werkstuk. Het is dan belangrijk om beleefd te zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe ziet een e-mail eruit
AAN: hier vul je het e-mailadres in van de ontvangen
CC: soms wil je iemand toevoegen die meeleest, maar die niet op jouw bericht hoeft te reageren. 
ONDERWERP: je noteert altijd een onderwerp. Hier schrijf je kort op waarover jouw bericht gaat.
TEKSTVAK: Hier start je met schrijven. Je begint netjes met een aanhef. 

Slide 14 - Tekstslide

Volgorde zakelijke e-mail: 
aan: e-mailadres ontvanger
Onderwerp:____________
Aanhef
3 alinea's (inleiding- middenstuk - slot)
Slotgroet
Je voor- en achternaam

Slide 15 - Tekstslide

De conventies (regels) en de opbouw van een zakelijke e-mail.






Onderwerp:
--
--
Geachte ..., (aanhef)
(witregel)
Inleiding 
(witregel)
Middenstuk
(witregel)
Slot
(witregel)
Met vriendelijke groet, (slotgroet)
(witregel)
Je voor- en achternaam (naam afzender)

Slide 16 - Tekstslide

OPBOUW
INLEIDING
  • Geef de reden voor het schrijven van de e-mail.
  • Begin met een hoofdletter.

MIDDENSTUK
  • Geef meer informatie over het onderwerp.
  • Bespreek één deelonderwerp per alinea.

SLOT
  • Geef aan wat je van de lezer verwacht of vat de boodschap samen. 

Slide 17 - Tekstslide

Regels/conventies voor de e-mail uitgelegd
  • Schrijf een onderwerp in de onderwerpregel van je e-mail. Gebruik steekwoorden.
  • Begin met een aanhef (Geachte mevrouw Van Bussel, ). Achter de aanhef zet je een komma en druk je op enter (plaats een witregel).
  • Schrijf in de eerste zinnen wat het onderwerp is en waarom je de e-mail schrijft (=INLEIDING).
  • Verdeel de inhoud van je e-mail in alinea's en zorg voor verder voor een goede opbouw (MIDDENSTUK).
  • Beëindig de e-mail met een nette slotzin (SLOT). Daarna druk je op enter (een witregel).
  • Onderaan schrijf je de slotgroet (Met vriendelijke groet, ). Daarachter zet je een komma en druk je één keer op enter.
  • Zet je voor- en achternaam onder de e-mail
  • (controleer je e-mail, voordat je hem verzend)

Slide 18 - Tekstslide

Indeling 

Bekijk de e-mail van Jeroen. 


Aanm.janssen@kpn.nl ( e-mail adres van de geadresseerde / degene die de e-mail moet ontvangen.)

Onderwerp: Vraag over nieuw abonnement (In ongeveer 2 tot 3 woorden  omschrijven waar de   e-mail over gaat)

Aanhef:    Geachte heer, mevrouw,

Inleiding:  Je stelt jezelf voor  en vertelt waarom je schrijft.          ( Bijv: Mijn naam is Jeroen Wenken en ik heb een vraag over mijn nieuw KPN-abonnement)

Kern:   Je vertelt over je nieuw abonnement en welke openstaande vragen je hebt.

Slot:   Je vraagt of hij/ zij je een e-mail terug stuurt.

Slotformule:  Met vriendelijke groeten,

Je naam: Jeroen Wenken

Slide 19 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 20 - Tekstslide

Wat wordt in het dagelijks leven vaker geschreven?
A
Een zakelijke brief
B
een zakelijke e-mail

Slide 21 - Quizvraag

Welke woord hoort niet bij een beleefde e-mail?
A
Geachte
B
Hoi
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 22 - Quizvraag

Volgorde beleefde e-mail
Geadresseerde
Onderwerpsregel
Aanhef
Inleiding
middenstuk
 Slotalinea / afsluiting
Slotgroet

Slide 23 - Sleepvraag

Aan de slag 
Ga naar blz 191 en maak opdracht 1 en 2. Klaar? KIjk opdracht 1 t/m 3 na. Zie bijlage Magister.
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Welke personen stuur je een zakelijke e-mail?
Beleefde e-mail
De burgermeester
De directeur van de school
Je beste vriend
Je voetbaltrainer

Slide 25 - Sleepvraag

Wat vind jij een goede e-mail?Sleep de foto naar het juiste vak.
Goede e-mail

Geen nette e-mail

Slide 26 - Sleepvraag

E-mail gepast
E-mail niet gepast
Je telefoonabonnement loopt binnenkort af en je wilt informatie over een goedkoper abonnement.
Je bent door ziekte niet in staat een schrijfopdracht voor Nederlands op tijd in te leveren.
Je bent uitgenodigd op een huwelijk, maar doordat je dan op vakantie bent, kun je niet komen

Slide 27 - Sleepvraag

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
''Geachte ...''
Whatsapp-bericht
''Lieve oma,''
Sollicitatiebrief
''Groetjes!''
''Ik hoor graag van u!''
Emoji's 
Deftig
Krantenartikel
Recensie
E-mail aan een docent

Slide 28 - Sleepvraag

Welke personen stuur je een zakelijke e-mail?
Zakelijke e-mail
De chef van je nieuwe baan
De rector van de school
Je beste vriendin
Je vader of moeder

Slide 29 - Sleepvraag

E-mail gepast
E-mail niet gepast
Je organiseert een barbecue voor de hele klas en je wilt weten wie bepaalde dingen niet of eet lust.
Je hebt een afspraak bij de tandarts over een uur, maar door een ongeluk binnen de familie kun je daar niet heen.
Je baas heeft je vlak voor het eind van de dag nog een stapel werk gestuurd en je wil hem laten weten dat je daar boos over bent

Slide 30 - Sleepvraag

Formeel
Informeel
Telefoonnotitie
Sollicitatiebrief
Ansichtkaart
Bedankbrief
E-mail naar docent
E-mail naar je opa
Sms naar je baas
Appje naar je vader
Instagram
Verslag

Slide 31 - Sleepvraag