H10 4 soorten Verbanden

H10 Verbanden
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H10 Verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Soorten Verbanden
10.1    Lineair verband
10.2   Kwadratisch verband
10.3   Wortelverband
10.4   Periodiek verband

Slide 2 - Tekstslide

Lineair verband

Slide 3 - Tekstslide

Let op!
De getallen in de bovenste rij zijn opéénvolgend

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Kwadratisch verband
Bij een kwadratische Formule

Slide 6 - Tekstslide

Kwadratisch verband
De toename van de toename is constant!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De toename van de toename is constant

Slide 9 - Tekstslide

Wortelformule

Slide 10 - Tekstslide

Wortelformule

Slide 11 - Tekstslide

Toets je √-6  in 
geeft je rekenmachine:
ERROR

Slide 12 - Tekstslide

Periodiek verband

Slide 13 - Tekstslide

Een periode is een bepaalde tijdsduur.
Op de horizontale as van de grafiek staat de grootheid tijd!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Hoort deze tabel bij een lineair verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Is dit een lineair verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Is dit een kwadratisch verband?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Welke is een
lineair verband?
A
B
C
D

Slide 19 - Quizvraag

Welke hiervan zou een lineair verband kunnen zijn?
A
B
C
D

Slide 20 - Quizvraag

Is het een lineair of kwadratisch verband?

y=52x+3
A
Lineair verband
B
Kwadratisch verband

Slide 21 - Quizvraag

De grafiek van een kwadratisch verband is een .....
A
hyperbool
B
stijgende lijn
C
parabool

Slide 22 - Quizvraag


Welke formule heeft een kwadratisch verband?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

Ik kan een lineair verband herkennen
A
Ja dat lukt mij
B
Dat lukt bijna altijd
C
Ik vind dat nog wel lastig
D
Dat lukt mij niet

Slide 24 - Quizvraag

Is deze tabel een kwadratisch verband?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Waarom is dit een
kwadratische verband?

h=4x2+5
A
Er zit een 4 in
B
Er zit een plus in
C
Er zit een kwadraat in
D
Je doet +5 op het eind

Slide 26 - Quizvraag

De grafiek hiernaast hoort bij een periodiek verband.

Wat is de periode?
A
3 seconden
B
6 seconden
C
10 meter
D
20 meter

Slide 27 - Quizvraag

De grafiek hiernaast hoort bij een periodiek verband.

Wat is de maximale waarde?
A
10 meter
B
20 meter
C
4 meter
D
25 meter

Slide 28 - Quizvraag

A
C
Wortelverband
Kwadratisch

Slide 29 - Sleepvraag

Lineair verband
Kwadratisch verband
Wortelverband

Slide 30 - Sleepvraag

lineair verband
wortelverband
kwadratisch verband
periodiek verband

Slide 31 - Sleepvraag

Welk getal kan je minimaal voor x invullen in het wortelverband:
y=(x+2)
A
x=2
B
x=-2
C
x=0
D
er is geen minimum getal, alle getallen kunnen

Slide 32 - Quizvraag

Welk getal kan je minimaal voor x invullen in het wortelverband:
y=(3x+6)
A
x=2
B
x=0
C
x=-2
D
x=-6

Slide 33 - Quizvraag

Welk getal moet je minimaal voor x invullen in het wortelverband:
y=(x+3)
A
x=3
B
x=-3
C
x=0
D
er is geen minimum getal, alle getallen kunnen

Slide 34 - Quizvraag

Welke grafiek geeft
een wortelverband aan?
A
blauw
B
groen
C
rood
D
geen idee

Slide 35 - Quizvraag

Wat is GEEN periodiek verband?
A
B
C
D

Slide 36 - Quizvraag

Periodiek verband?
A
Alleen de rode lijn
B
Alleen de blauwe lijn
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 37 - Quizvraag

Welk verband hoort bij de tabel?

A
Kwadratisch verband
B
Wortelverband
C
Lineair verband
D
Periodiek verband

Slide 38 - Quizvraag

Hoe bewijs ik dat dit een lineair verband is:
y=3x5
A
Dat zie je gewoon
B
Een grafiek tekenen: rechte lijn laten zien
C
Een tabel maken en laten zien dat de toename gelijk blijft
D
De toename van de toename berekenen

Slide 39 - Quizvraag


Dit is een.... ?
A
wortel verband
B
kwadratisch verband
C
lineair verband
D
nood verband

Slide 40 - Quizvraag

Wat is als je voor invult?
y=x2+1
y
x=3
A
-10
B
-5
C
7
D
10

Slide 41 - Quizvraag

Kan y negatief worden in:
y=x2+1
A
y kan alles worden
B
nee
C
ja
D
geen idee

Slide 42 - Quizvraag


De formule:

hoort bij grafiek
y=x+3
A
1
B
2
C
3
D
geen van allen

Slide 43 - Quizvraag

Wat is de kleinste waarde van x die ik kan invullen in:
x+1
A
1
B
0
C
-1
D
alles

Slide 44 - Quizvraag

Wat voor soort verband hoort er bij deze grafiek?
A
Wortel verband
B
Kwadratisch verband
C
Lineair verband
D
Periodiek verband

Slide 45 - Quizvraag

De leerdoelen van dit hoofdstuk staan op blz.131

Lineair en Kwadratisch verband herkennen in          Grafiek, Formule en Tabel  (GFT)
Wortel verband  herkennen in Grafiek en Formule
Van een gegeven lineaire, kwadratische of wortel- formule een grafiek kunnen tekenen
Een periodieke grafiek herkennen.
Het begrip periode kennen.

Slide 46 - Tekstslide

Hoe herken je een lineair, kwadratisch verband 
in een Grafiek, Formule en Tabel ?

Hoe herken je een wortel verband in een Grafiek en Formule ?

Teken bij de volgende drie formules :
y = -x          y= -x² + 2             y = -√x  
de grafieken in één assenstelsel

Leg op papier het  begrip "periode" uit 
Maak een samenvatting van H10. 

Slide 47 - Tekstslide