H3 samenvatting 2023-2024

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

H3 samenvatting 

 3.1 Soorten mengsels

NaSk 

Je weet wat een zuivere stof en een mengsel.

Je herkent de 3 soorten mengsels.

• Oplossing 
• Emulsie
• Suspensie

Deze kun je onderverdelen in 2 

groepen: Heterogene en 

Homogene mengsels 

de rook

Heterogene mengsels

Suspensie	Emulsie	Rook	Nevel	Schuim
vaste stof in een vloeistof	Vloeistof in een vloeistof	vaste stof in een gas	vloeistof in een gas	gas in een vloeistof

Heterogene mengsels 

1. De bestanddelen zijn niet goed gemengd

2. Zijn altijd troebel

3. Je kunt ze gemakkelijk scheiden 

Homogene mengsels

Oplossing	Legering	Gasmengsel
vaste stof, vloeistof of gas in een vloeistof	Mengsel van 2 of meer metalen	Mengsel van verschillende gassen

Homogene mengsels

1. Zijn perfect gemengd, kun je niet los van elkaar zien 

2. Lastig te scheiden 

                         

                        

Op deeltjesniveau

Mengsels scheiden

Door het verschil in stofeigenschappen kun je mengsels scheiden. 

Deeltjesgrootte

Kookpunt

Oplosbaarheid

Dichtheid

Aanhechtingsvermogen

Samenstelling en concentratie

De concentratie wil zeggen hoeveel (g) stof ergens in zit.

Wanneer je 2 g suiker in 100 mL water oplost is er een concentratie van 20 g/L suiker.

Wanneer je 8 g suiker in 100 mL water oplost is er een concentratie van 80 g/L suiker.

concentratie berekenen

(herhaling)

• de concentratie is altijd een deel van de stof vergeleken met het geheel

• Concentratie= deel / geheel
  
  

concentratie=​hoeveelheidmengsel​​hoeveelheid(opgeloste)stof​​

Oefening 

Wat is de concentratie in g/L als er 1605 gram azijnzuur in 321 L water is opgelost?

Maak altijd een tabel: 

	g	L
Gegeven
Gevraagd

Percentage

Soms wordt de concentratie niet aangegeven in g/L, maar met een percentage.

Massapercentage

Volumepercentage 

Volumepercentages

Goldstrike 50%

wijn 12,5%

bier 5%

Massapercentages

Percentage berekenen

3.3 bezinken en filtreren

Leerdoelen blz. 153

Voorkennis

Scheiden van mengsels 

Het scheiden van mengsels in zuivere stoffen

Bezinken 

Filtreren

indampen

destilleren

extraheren

adsorberen

Maak deze tabel op blz. 191: 

scheidingsmethode	Stofeigenschap	Geschikt voor:
Bezinken
Filtreren
Indampen
Destilleren
Extraheren
Adsorberen

Bezinken

Bezinken (en centrifugeren)

Stofeigenschap: dichtheid. 

Soort mengsel: Suspensie en emulsie

De deeltjes met de grootste dichtheid zakken naar de bodem.

Centrifugeren is een snelle manier van bezinken.

Filtreren

Stofeigenschap: Deeltjesgrootte 
Soort mengsel: Suspensie 

De grootste deeltjes blijven 

achter op het filter. 

H3.4 Indampen en destilleren

Scheiden van mengsels 

Het scheiden van mengsels in zuivere stoffen

Bezinken 

Filtreren

indampen

destilleren

extraheren

adsorberen

Maak deze tabel in je schrift: 

scheidingsmethode	Stofeigenschap	Geschikt voor:
Bezinken	Dichtheid	Suspensie/Emulsie
Filtreren	Deeltjesgrootte	Suspensie
Indampen
Destilleren
Extraheren
Adsorberen

Indampen

Destilleren

Indampen en Destilleren

Indampen en destilleren berusten allebei op het verschil in kookpunt.

Bij indampen verdampt vloeistof en komt in de lucht terecht.

Bij destilleren vang je de verdampte stof op in de koeler en condenseert het, waardoor je het op kunt opvangen in een erlenmeyer.  Dit is het destillaat.

Maak deze tabel compleet: 

scheidingsmethode	Stofeigenschap	Geschikt voor:
Bezinken	Dichtheid	Suspensie/Emulsie
Filtreren	Deeltjesgrootte	Suspensie
Indampen	Kookpunt	Oplossing
Destilleren	Kookpunt	Oplossing
Extraheren
Adsorberen

Extraheren

stofeigenschap: 

verschil in oplosbaarheid. 

(extraheren wordt altijd gevolgd door filtreren)

Extraheren

b of d ?

Adsorberen

Adsorberen met actieve kool

scheidingsmethode	Stofeigenschap	Geschikt voor:
Bezinken	Dichtheid	Suspensie/Emulsie
Filtreren	Deeltjesgrootte	Suspensie
Indampen	Kookpunt	Oplossing
Destilleren	Kookpunt	Oplossing
Extraheren	Oplosbaarheid	(on)gewenste stoffen uit een mengsel halen
Adsorberen	Aanhechtingsvermogen	Verwijderen van geur-, kleur- en smaakstoffen uit een mengsel

Aan de slag  -> 

1.   Maak opdracht 1 t/m 10 van 3.5

2.  Bijwerken 3.1: 1 t/m 9

                         3.2: 1 t/m 6

                         3.3: 1 t/m 7

                         3.4: 1 t/m 8

3. Alles af? Dan nakijken