Jong en oud opgave 3.9 druk 5

Lucia van der Stoel is manager van een automatiseringsbedrijf. Ze verdient in 2021 een brutoloon van €90.000. Ze heeft eigen huis met een hypothecaire lening van €400.000. Daarover betaalt ze 1,5% rente. Ze heeft verder geen aftrekposten 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lucia van der Stoel is manager van een automatiseringsbedrijf. Ze verdient in 2021 een brutoloon van €90.000. Ze heeft eigen huis met een hypothecaire lening van €400.000. Daarover betaalt ze 1,5% rente. Ze heeft verder geen aftrekposten 

Slide 1 - Tekstslide

Lucia van der Stoel is manager van een automatiseringsbedrijf. Ze verdient in 2021 een brutoloon van €90.000. Ze heeft eigen huis met een hypothecaire lening van €400.000. Daarover betaalt ze 1,5% rente. Ze heeft verder geen aftrekposten.
Bereken de hypotheekrente die Lucia in 2021 moet betalen

Slide 2 - Open vraag

Belastbaar inkomen
Over welk bedrag moet je belasting betalen?
Bruto inkomen-aftrekposten= belastbaar inkomen
Aftrekposten: giften aan goede doelen, pensioenpremie, rente van je hypothecaire lening 

Slide 3 - Tekstslide

Belastbaar inkomen
Aftrekposten: giften aan goede doelen, pensioenpremie, rente van je hypothecaire lening 
Aftrekposten zorgen er dus voor dat je minder belasting hoeft te betalen. 

Slide 4 - Tekstslide

Bereken het belastbaar inkomen van Lucia

Slide 5 - Open vraag

 Ze verdient in 2021 een brutoloon van €90.000. 
De rente van de hypothecaire lening was €6.000
Haar belastbaar inkomen is 90.000-6.000=€84.000

Slide 6 - Tekstslide

Schijf
Schijfgrenzen
Heffingspercentage
1
€0 t/m 68.507
37,1%
2
>€68.507
49,5%
Loonheffing-
kortingen
Algemene
€0
Arbeidskorting
€750

Slide 7 - Tekstslide

Bereken het bedrag wat ze moet betalen over schijf 1

Slide 8 - Open vraag

Bereken het bedrag wat ze moet betalen over schijf 1 
Ze zit volledig in schijf 1 met haar inkomen. Ze betaalt dus over de €68.507 de belasting en sociale premies van 37,1%
68.507*0,371=€25.416

Slide 9 - Tekstslide

Bereken het bedrag wat ze moet betalen over schijf 2

Slide 10 - Open vraag

Bereken het bedrag wat ze moet betalen over schijf 2 
Over de eerste €68.507 heeft ze al belasting betaalt. Ze moet dus nog betalen over 84.000-68.507=€15.493
Hierover betaalt ze 49,5% belasting
15.493*0,495=€7.669

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel betaalt ze in totaal aan belasting?
(Schijf 1 €25.416 schijf 2 €7.669)

Slide 12 - Open vraag

Hoeveel betaalt ze in totaal aan belasting?
25.416 + 7.669 -750=€32.335

Slide 13 - Tekstslide

Marginaal tarief?
Hoeveel % belasting betaal ik over mijn laatst verdiende €

Slide 14 - Tekstslide

Marginaal tarief?

Slide 15 - Open vraag

Gemiddelde tarief?
Hoeveel % betaal je gemiddeld aan belasting

Slide 16 - Tekstslide

Gemiddelde tarief

Slide 17 - Open vraag

Gemiddelde tarief 
32.335/90.000*100=35,9%

Per €1 betaal je dus gemiddeld 35,9% belasting 

Slide 18 - Tekstslide

Progressief belastingstelsel
Naarmate je meer verdient, betaal je % meer belasting 

Slide 19 - Tekstslide

Schijf
Schijfgrenzen
Heffingspercentage
1
€0 t/m 68.507
37,1%
2
>€68.507
49,5%
Loonheffing-
kortingen
Algemene
€0
Arbeidskorting
€750

Slide 20 - Tekstslide

Belasting voordeel berekenen met behulp van je marginale tarief 
Dankzij je aftrekposten heb je een belasting voordeel. 
Over €6.000 hoeft ze nu geen belasting te betalen. 
Wat is dan haar voordeel?

Slide 21 - Tekstslide

Wat is dan haar voordeel?

Slide 22 - Open vraag

Voordeel?
6.000*0,495=€2.970

Slide 23 - Tekstslide

Netto rente lasten
Rentelasten-belastingvoordeel=netto rente lasten

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn dan haar netto rente lasten?

Slide 25 - Open vraag

Netto rente lasten
Rentelasten-belastingvoordeel=netto rente lasten
6.000-2.970=€3.030

Slide 26 - Tekstslide

Claudia heeft een bruto inkomen €23.000 en betaalt €6.000 aan hypotheekrente. Verder heeft zijn geen aftrekposten.
Hoe hoog is haar marginale tarief?

Slide 27 - Open vraag