Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
B1 Questions with do
Do you love English?
Does he like cats?
Vragen maken
met do!
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Do you love English?
Does he like cats?
Vragen maken
met do!
Slide 1 - Tekstslide
They always watch a lot of television
A
het werkwoord is: they
B
het werkwoord is: watch
C
het werkwoord is: a lot of
D
het werkwoord is: always
Slide 2 - Quizvraag
Mary often eats pizza for lunch
A
het werkwoord is: often
B
het werkwoord is: pizza
C
het werkwoord is: eats
D
het werkwoord is: for
Slide 3 - Quizvraag
I go home after my classes
A
het werkwoord is: go
B
het werkwoord is: home
C
het werkwoord is: after
D
het werkwoord is: classes
Slide 4 - Quizvraag
My parents fly to Spain this afternoon
A
het werkwoord is: my parents
B
het werkwoord is: to Spain
C
het werkwoord is: this
D
het werkwoord is: fly
Slide 5 - Quizvraag
Peter really likes cake and ice cream
A
het werkwoord is: really
B
het werkwoord is: cake
C
het werkwoord is: likes
D
het werkwoord is: ice cream
Slide 6 - Quizvraag
de werkwoorden zijn hier :
watch
eat
go
fly
like
Je kunt nu de vraag
niet
maken door het werkwoord aan het begin van de zin te zetten.
Slide 7 - Tekstslide
Om de vraag te maken zet je aan het begin van de zin : Do of does
Hoe kies je tussen do of does?
Slide 8 - Tekstslide
I do
you do
he
does
she
does
it
does
we do
you do
they do
Do * I
* you
* we
* they
* het onderwerp is meervoud
Does * he
* she
* it
* woorden die je in de plek kunt zetten van he /she /it
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Sleepvraag
They always watch a lot of television
A
bij de vraag gebruik je : do
B
bij de vraag gebruik je : does
Slide 12 - Quizvraag
Mary often eats pizza for lunch
A
bij de vraag gebruik je : do
B
bij de vraag gebruik je : does
Slide 13 - Quizvraag
I go home after my classes
A
bij de vraag gebruik je : do
B
bij de vraag gebruik je : does
Slide 14 - Quizvraag
My parents fly to Spain this afternoon
A
bij de vraag gebruik je : do
B
bij de vraag gebruik je : does
Slide 15 - Quizvraag
Peter really likes cake and ice cream
A
bij de vraag gebruik je : do
B
bij de vraag gebruik je : does
Slide 16 - Quizvraag
Dus als je een vraag maakt van deze zinnen:
Zet je
do
of
does
aan het begin van de zin!
They eat an apple
Do
they eat an apple?
I sleep a lot
Do
I sleep a lot?
We go to Spain
Do
we go to Spain?
Slide 17 - Tekstslide
Zijn we nu klaar?
Nee
als je een vraag maakt met
does
moet je altijd
2
dingen doen
Slide 18 - Tekstslide
1
Zet
does
aan het begin van de zin om de vraag te maken
2
Het werkwoord in de zin zet je in de oorspronkelijke vorm : het wordt weer het hele werkwoord.
Slide 19 - Tekstslide
2
Mary
eats
an apple
Het werkwoord : eats moet terug in de oorspronkelijke vorm
wordt weer :
eat
( de s verdwijnt dus)
Slide 20 - Tekstslide
They always watch a lot of television
A
Do they always watch
B
does they always watch
C
do they always watches
D
does they always watches
Slide 21 - Quizvraag
Mary often eats pizza for lunch
A
Do Mary often eat
B
does Mary often eat
C
Do Mary often eats
D
does Mary often eats
Slide 22 - Quizvraag
I go home after my classes
A
Do I often go home
B
do I often goes home
C
does I often go home
D
does I often goes home
Slide 23 - Quizvraag
My parents fly to Spain this afternoon
A
does my parents fly to Spain
B
does my parents flies to Spain
C
do my parents fly to Spain
D
do my parents flies to Spain
Slide 24 - Quizvraag
Peter really likes cake and ice cream
A
does Peter really likes
B
does Peter really like
C
do Peter really likes
D
do Peter really like
Slide 25 - Quizvraag
Verbeter de fout: schrijf de hele zin op :
Does he likes apples?
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Verbeter de fout: schrijf de hele zin op :
Writes she a book?
Slide 28 - Open vraag
Verbeter de fout: schrijf de hele zin op :
Does they still love eachother?
Slide 29 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Present Simple Q & N
June 2022
-
38 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Zomervakantie Quiz (1mh)
July 2024
-
35 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Quiz!
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
May 2023
-
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Present Perfect
June 2022
-
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Word order chapter 2
November 2025
-
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Chapter 2 and 3 recap 2025
April 2025
-
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
2V Wider World unit 4 quantifiers & irr. verbs 56-70
June 2022
-
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
M 1 Present Simple (herhalen)
June 2022
-
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1