Spelling Engelse werkwoorden


Afspraak

Als het kan:
schrijven volgens de Nederlandse spellingregels (als een zwak werkwoord)

Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Afspraak

Als het kan:
schrijven volgens de Nederlandse spellingregels (als een zwak werkwoord)

Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vergelijk 'werken' en 'relaxen' hieronder. Je vervoegt de werkwoorden op dezelfde wijze. 
Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

PV TT

Slide 3 - Tekstslide

PV TT

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

PV VT

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

DOWNLOADEN - stam download

Ik download veel muziek. PV TT EV
Hij downloadt veel muziek. PV TT EV
Wij downloaden veel muziek. PV TT MV
Ik downloadde veel muziek. PV VT EV
Hij downloadde veel muziek. PV VT EV
Wij downloadden veel muziek. PV VT MV
Wij hebben veel muziek gedownload. VD

Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 8 - Tekstslide

SMASHEN - stam smash

Ik smash de bal. PV TT EV
Hij smasht de bal. PV TT EV
Wij smashten de bal. PV TT MV
Ik smashte de bal. PV VT EV
Hij smashte de bal. PV VT EV
Wij smashten de bal. PV VT MV
Wij hebben de bal gesmasht. VD

Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 9 - Tekstslide

GRILLEN / STRESSEN - stam: gril / stres

Ik gril / stres. PV TT EV
Hij grilt / strest. PV TT EV
Wij grillen / stressen. PV TT MV
Ik grilde / streste. PV VT EV
Hij grilde / streste. PV VT EV
Wij grilden / stresten. PV VT MV
Wij hebben gegrild / gestrest. VD

Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 10 - Tekstslide

RACEN - stam: race

Ik race in quads. PV TT EV
Hij racet in quads. PV TT EV
Wij racen in quads. PV TT MV
Ik racete in quads. PV VT EV
Hij racete in quads. PV VT EV
Wij raceten in quads. PV VT MV
Wij hebben in de quad geracet. VD

Spelling Engelse werkwoorden in het Nederlands

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Huiswerk
Maak opdracht 22 t/m 28

Slide 13 - Tekstslide