Grammatica + spelling hfd. 1+2 (les 4)

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Herken je deze nog??
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Evaluatie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • 10 min. Zs lezen
  • Lesdoelen bespreken
  • Herken je deze nog??
  • Korte uitleg
  • Opdrachten maken
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

10 min. Zs

Lezen

timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kent de spellingsregels die horen bij werkwoorden in de TT, VT en de voltooide deelwoorden.
  • Je kunt de regels toepassen
  • Je kent het spel 'Escape Room'

Slide 3 - Tekstslide

Herken je deze nog??

Slide 4 - Tekstslide

1. Tegenwoordige tijd

1. vul altijd het ww 'lopen' in

2. Loop     ik          loop
     loop      jij          loopt

     loopt    hij/zij   loopt

     loopt     het       loopt


vb. Het (worden)....... morgen mooi weer
        1. het loopt -> het wordt

Slide 5 - Tekstslide

2. Verleden tijd


1. Noteer de stam (-en)

2. Wat is de laatste letter?

3. Staat de letter in
't exkofschip

Ja     -> +te
Nee -> +de

voorbeeld:

Leren                             fietsen





Slide 6 - Tekstslide

3.Spelling vdw

Vdw zijn: ge-, be- en ver- woorden

Zwakke werkwoorden eindigen op een -t of -d
langer maken of 't exkofschip ja->t / nee->d

vb. Hij heeft een appel geschild (langer maken: geschilde)

Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten

Kraak de code!

  • Samenwerken
  • Maak de opdrachten zo snel mogelijk
  • Na iedere opdracht krijg je een letter
  • Het groepje dat zo snel mogelijk het woord heeft geraden en de doos heeft geopend -> WINT

Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordige tijd

1. vul altijd het ww 'lopen' in

2. Loop     ik          loop
     loop      jij          loopt

     loopt    hij/zij   loopt

     loopt     het       loopt


vb. Het (worden)....... morgen mooi weer
        1. het loopt -> het wordt

Verleden tijd


1. Noteer de stam (-en)

2. Wat is de laatste letter?

3. Staat de letter in
't exkofschip

Ja     -> +te
Nee -> +de

Slide 9 - Tekstslide

Evaluatie
  • Hoe vond je deze opdracht?
  • Wil je dit vaker doen?
  • Wat ging er goed?
  • Wat ging er minder goed?

Slide 10 - Tekstslide