M2: les 53 cijfers en getallen
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Getallen onder de twintig uitschrijven
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Ronde getallen moet je uitschrijven (30,40, 50, 100)
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Temperatuur moet in letters
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
'18', in cijfers of letters?
Slide 7 - Open vraag
'33': in cijfers of letters?
Slide 8 - Open vraag
'4000': in cijfers of letters?
Slide 9 - Open vraag
Neem handschoenen mee, want het is buiten maar (3) graden
A
drie graden
B
3 graden
Slide 10 - Quizvraag
Aan de wedstrijd doen (3) Nederlandse renners mee
A
3
B
drie
Slide 11 - Quizvraag
De maximum toegestane snelheid is (60) kilometer per uur
A
60
B
zestig
Slide 12 - Quizvraag
Langs deze weg zullen (60) bomen gekapt worden
A
zestig
B
60
Slide 13 - Quizvraag
(100) euro voor een spijkerbroek vind ik ontzettend duur
A
100
B
Honderd
Slide 14 - Quizvraag
In de uitverkoop zijn minstens (100) kledingstukken afgeprijsd.
A
100
B
honderd
