Sport en voeding

Sport, voeding en gezondheid
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Sport, voeding en gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je van voeding i.c.m. sporten?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Voedingsstoffen
  • koolhydraten
  • vetten
  • eiwitten

Slide 4 - Tekstslide

Eiwitten
Het lichaam vernieuwt en hersteld constant. Eitwitten vormen een belangrijke bouwstof voor dit herstel.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Eiwitten zijn een....
A
brandstof
B
bouwstof
C
beschermende stof

Slide 7 - Quizvraag

Eiwitten zijn nodig om
A
Botten te versterken
B
Lichaamscellen te vernieuwen
C
Energie van te maken

Slide 8 - Quizvraag

Koolhydraten

Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in brood, pasta en rijst.


Koolhydraten leveren energie aan jouw lichaam

Slide 9 - Tekstslide

Koolhydraten: onder=langzame
boven=snelle

Slide 10 - Tekstslide

Noem een product dat veel koolhydraten bevat

Slide 11 - Open vraag

In welk voedingsmiddel zitten
veel koolhydraten?
A
brood
B
kaas
C
melk
D
vlees

Slide 12 - Quizvraag

Koolhydraten zijn een....
A
brandstof
B
bouwstof
C
beschermende stof

Slide 13 - Quizvraag

vetten

Ook vetten leveren energie. Deze zijn moeilijker te verwerken en daarom minder geschikt vlak voor inspanning.


Onverzadigde vetten

Hebben gezonde eigenschappen. Zo spelen ze een rol in het voorkomen van hart- en

vaatziekten.

Deze onverzadigde vetten zitten onder andere in olie, noten en vis


Verzadigde vetten

geven juist risico op hart- en vaatziekten.

Deze zitten vooral in chocolade, shacks en gebak

Slide 14 - Tekstslide

Overige voedingsstoffen
  • Vocht
  • Vezels
  • Vitaminen


Deze krijg je voldoende binnen als je volgens de

schijf van vijf eet.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Fabel of Feit?
Zijn de stelling op de volgende dia's een fabel (niet waar) of een feit (waar)? 

Slide 18 - Tekstslide

De meeste vitamine C haal je uit groente
Fabel (niet waar)
Feit (waar)

Slide 19 - Poll

Fabel

Vitamine C zit met name in fruit zoals sinaasappel en kiwi en in sommige groentesoorten waaronder paprika en kool. In veel andere groenten zit een stuk minder vitamine C, maar zitten tal van andere vitamines en mineralen. 

Slide 20 - Tekstslide

Vetten heb je ook nodig in je eetpatroon.
Fabel (niet waar)
Feit (waar)

Slide 21 - Poll

Feit

Er zijn vitamines die alleen in vetten zitten. Daarnaast is vet een belangrijke bouwstof. Sommige vetten zijn wel slecht voor de gezondheid, dit zijn verzadigde- en transvetten. 

Slide 22 - Tekstslide

Je hebt vlees nodig om genoeg eiwitten binnen te krijgen.
Fabel (niet waar)
Feit (waar)

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Video

Hoelang moet je hardlopen om een hamburger van de Mac Donalds (big Mac) te verbranden?
A
15 minuten
B
30 minuten
C
45 minuten
D
2 uur

Slide 25 - Quizvraag


Voor hoeveel % bestaat een komkommer uit water? 
A
50%
B
75%
C
85%
D
meer dan 96%

Slide 26 - Quizvraag

Bekijk op de volgende dia het filmpje over roken en sporten.
Er volgt daarna een vraag over het filmpje.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video


Wat is een 'kong' bij het freerunnen?
A
je zet alleen je handen neer en springt over iets heen
B
je springt eerst over iets heen en zet dan je handen neer
C
je draait om je as heen

Slide 29 - Quizvraag

Hoe hard gaat de snelste man ter wereld? (Usain Bolt)
A
44,7 km per uur
B
45,3 km per uur
C
43 km per uur
D
44,9 km per uur

Slide 30 - Quizvraag

Wat eet Lieke?
Wat eet Oma?

Slide 31 - Tekstslide

Verschillende dagmenu's
Een topsporter heeft natuurlijk een heel ander dieet dan een  oma.

Bekijk de verschillen op de volgende dia.

Slide 32 - Tekstslide

Topsporters

  • tot 4 keer de normale hoeveelheid calorieën.
  • dubbele hoeveelheid eiwitten
  • 4-6 maaltijden per dag
  • snacks 
  • supplementen

hoe houd je het lekker?
Oma

  • Veel Vitaminen en Mineralen
  • Minder suiker en vet 
  • Makkelijk te kauwen 
  • Makkelijk te slikken
  • Minder zout
en lekker natuurlijk!

Slide 33 - Tekstslide

Voeding en sporters


  • Eet iets licht verteerbaars tot een uur voor het sporten (bruine boterham, krentenbol, banaan of yoghurt = met name koolhydraten)
  • Eet twee uur van tevoren geen volledige maaltijd meer, dan kun je maagklachten krijgen (beter een goede maaltijd na het sporten)
  • Eet maaltijden met genoeg eiwitten na het sporten om spierherstel te bevorderen
  • Drink genoeg water.

Slide 34 - Tekstslide

Voeding voor, tijdens en na het sporten
  • Pas na een uur intensief sporten is aanvulling van de koolhydraten nodig.
  • Ook drinken is pas na een uur intensief sporten van belang.


Jouw lichaam heeft voldoende voorraad om dit vol

te kunnen houden

Slide 35 - Tekstslide

Voeding voor, tijdens en na het sporten

Eten voor het sporten:

  • Eet 3 tot 4 uur voor je inspanning je laatste grote maaltijd. iets kleins kan wel nog (zoals een krentenbol, evergreen)
  • Vermijd grote hoeveelheden vetten
  • Drink geen koolzuurhoudende dranken voor het sporten.

Slide 36 - Tekstslide

Voeding voor, tijdens en na het sporten

Na het sporten moeten de volgende voorraden worden aangevuld:

- koolhydraten voor energie

- vocht

- eiwitten voor herstel


Denk bijvoorbeeld aan yoghurt of kwark.

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht
                                       Opdracht

Je gaat in jouw sportclub smoothies verkopen.
bedenk minimaal 3 gezonde smoothies met een leuke naam.
Zet deze in je sportdocument en (met recept erbij)
Maak een leuke menukaart die je in je sportclub kunt neerleggen. Ook dit zet je in de sportclub document. 

Je mag aan het einde van de les 1 smoothie kiezen. Deze mail je naar mevrouw van Rhee. Deze ga je in een van de volgende lessen een keer maken. 







Slide 38 - Tekstslide