Pop en Spel
1 / 13
Lesduur is: 45 minInstructies
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het thema van dit lesblok: Pop en Spel.
Vertel wat de leerlingen dit lesblok gaan doen: ze gaan spelen met alledaagse voorwerpen. De voorwerpen veranderen we in een pop.
Slide 3 - Tekstslide
In Almere stond een kunstwerk dat tegelijkertijd een speeltoestel is.
Stel de leerlingen vragen:
- Wat is dit?
- Hoe kun je hier mee spelen?
In dit kunstwerk zit een gezicht. Vraag de leerlingen hoe zij dit gezicht zien.
Slide 4 - Tekstslide
Het is een kunstwerk en speeltoestel in één, gemaakt door Renee Reijnders. Samen met de kinderen die in de buurt van het Muzenpark in Almere woonden, maakte zij dit ontwerp voor een speeltoestel. Ze noemden het kunstwerk "De Krokodil", snap jij waarom?
Slide 5 - Tekstslide
Stel de leerlingen vragen:
- Wat is spelen?
- Wat vind jij van spelen?
- Waarom?
- Waar speel jij vaak mee? Waar kan je nog meer mee spelen?
- Kun je ook spelen met iets dat niet leeft? Zo ja, hoe kun je dat tot leven brengen?
Nieuw woord: spelen. Spelen is iets doen waar je plezier in beleeft en waar je vaak je fantasie bij gebruikt.
Bespreek dit woord.
Slide 6 - Tekstslide
Als je goed in je omgeving kijkt, zie je op nog veel meer plekken gezichten. Welke elementen heeft een gezicht altijd? Ogen, neus, mond, maar soms wenkbrauwen, haar of een snor.
Nieuw woord: gezicht. Een gezicht is de voorkant van iemands hoofd. Aan een gezicht kan je iemand herkennen en emoties aflezen.
Bespreek dit woord.
Slide 7 - Tekstslide
Stel de leerlingen vragen:
- Wat zie je?
- Waar is het gezicht van gemaakt?
- Aan een gezicht kan je vaak ook aflezen hoe iemand zich voelt, wat zie je in deze gezichten? Zijn ze bijvoorbeeld, blij, boos of verbaasd?
Slide 8 - Video
Zet het geluid aan en start de video.
De leerlingen gaan kijken naar de trailer van Harig Hondje, een voorstelling van BonteHond. Ga samen met de leerlingen op zoek naar gezichten in de video.
Slide 9 - Tekstslide
Inventariseer bij de leerlingen welke gezichten ze allemaal gezien hebben.
Slide 10 - Tekstslide
Ga samen met de leerlingen op zoek naar gezichten in het klaslokaal, waar kan je allemaal een gezicht in zien? Zijn er voorwerpen met een gezicht?
Nieuw woord: voorwerp. Een voorwerp is een object of ding, het is vaak iets wat je kan zien en vastpakken.
Bespreek dit woord.
Slide 11 - Tekstslide
Vraag de leerlingen daarna om 1 voorwerp uit het klaslokaal te kiezen dat ze aanspreekt en dat ze ‘tot leven willen wekken’. Dit kan van alles zijn iets groots of iets kleins: een blok uit de blokkenhoek, een stoel, een potlood.
Iedere leerling kiest één voorwerp uit en houdt dat bij zich.
Dit voorwerp gaan ze later gebruiken als pop. Let op: de handpoppen worden ook door de kunstenaar gebruikt in de masterclass. Dus zorg dat deze bewaard blijven tot de masterclass.
Stel de leerlingen vragen:
- Kun je met een pop ook spelen?
- Wat is een handpop?
Nieuw woord: handpop. Een handpop is een pop die je met je hand laat bewegen.
Bespreek dit woord.
Slide 12 - Tekstslide
Deel de plakogen uit. Iedere leerling krijgt één paar plakogen en plakt dat op het gekozen voorwerp. De voorwerpen hebben nu een gezicht gekregen en kunnen tot leven komen. Deze poppen komen ook voor in de masterclass.
Tip: de plakogen blijven niet altijd goed plakken, je kan de ogen ook met doorzichtig plakband bevestigen als dit het geval is. Dan blijven de ogen er langer op zitten en kunnen de poppen ook tijdens de masterclass gebruikt worden.
Vraag de leerlingen om duo’s of trio’s te maken. De verschillende voorwerpen gaan contact met elkaar maken. Laat de voorwerpen nog meer tot leven komen door een kort gesprekje te voeren en de voorwerpen met elkaar te laten spelen. Op deze manier kunnen de poppen een vriendschap met elkaar sluiten.
Nieuw woord: vriendschap. Vriendschap is een relatie tussen twee of meer personen, ze mogen elkaar graag, helpen elkaar en bespreken veel verschillende dingen met elkaar.
Bespreek dit woord.
Slide 13 - Tekstslide
Sluit de les af door de leerlingen te vragen wat ze tijdens deze les hebben geleerd en herhaal de nieuwe woorden: spelen, gezicht, handpop, vriendschap en voorwerp.
Blik vooruit op de masterclass: Er komt een poppenspeelster naar de klas.
Wat kunnen ze verwachten van de masterclass:
- Introductie van de kunstenaar
- Terugkoppeling naar de voorbereidende les
- Uitleg van de kunstenaar wat ze gaan doen
- Aan de slag met de kunstenaar
- Afsluiten masterclass
Wat wordt er van de docent verwacht:
- De docent moet te alle tijden bij de masterclass aanwezig blijven.
- De docent assisteert de kunstenaar waar nodig. De kunstenaar zal dit aan het begin van de les afstemmen met de docent.
- De docent zorgt dat materialen die op school zijn geleverd of die van de school worden gebruikt klaar liggen.
