H1f week 49

dinsdag 7 december
H1f: les 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 7 december
H1f: les 1

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
- leerlingen online?
- in tweetallen maken hfdst 2 grammatica woordsoorten opdr 3 + 4 blz 61
- nakijken & bespreken: woordsoorten opdr 1 t/m 4

- bespreken leestoets (toetsweek) & bekijken eigen werk > NIET MEENEMEN NAAR HUIS
Huiswerk morgen: geen

Slide 2 - Tekstslide

woensdag 8 december
H1f: les 2

Slide 3 - Tekstslide

vandaag
- uitleg lezen nieuw leesboek
- Lesson Up- quizvragen
- nakijken woordsoorten hfdst 2 opdr 1 t/m 4
- verder met hfdst 3 woordsoorten > zelfstandig werkwoord en
   hulpwerkwoord

Slide 4 - Tekstslide

kies nieuw leesboek!
ga straks kijken op www.lezenvoordelijst.nl en doe de niveautest om te kijken welk leesniveau bij je past.
Leen het boek in de mediatheek of bibliotheek van je woonplaats. Boek uit: medio januari

Slide 5 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over ........
A
een ander bijvoeglijk naamwoord
B
een bepaald lidwoord
C
een onbepaald lidwoord
D
een zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

De auto rijdt snel!

snel = .......?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijwoord

Slide 7 - Quizvraag

De auto is snel!

snel = .......?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
bijwoord

Slide 8 - Quizvraag

Een van jullie is jarig

Een = .......?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bepaald lidwoord
D
een ander woordsoort

Slide 9 - Quizvraag

Een van jullie is jarig

jarig = .......?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
een ander woordsoort

Slide 10 - Quizvraag

De zilveren ring is gevonden

zilveren = .......?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijwoord
D
een ander woordsoort

Slide 11 - Quizvraag

Het maakt me niet uit of het klopt.

Het = .......?
A
bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
een ander woordsoort

Slide 12 - Quizvraag

nakijken huiswerk
nakijken ( en verbeteren)
grammatica woordsoorten hoofdstuk 2
opdracht 1 t/m 4

Slide 13 - Tekstslide

start hoofdstuk 3 woordsoorten
- gezamenlijk doen: startopdracht hfdst 3 blz 90 (in tweetal)
                         > daarna bespreken antwoorden
- klassikaal lezen theorie zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord blz 90
- huiswerk morgen: maken hfdst 3 woordsoorten opdracht 1 blz 90 + zoek
   een leuk boek uit op www.lezenvoordelijst.nl

Slide 14 - Tekstslide

donderdag 9 december
H1f: les 3

Slide 15 - Tekstslide

vandaag
- klassikaal lezen theorie zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord blz 90
- gezamenlijk maken startopdracht hfdst 3 woordsoorten blz 90
- Lesson Up: over opdr 1 blz 90 (huiswerk) +  nakijken rest van opdr 1
- uitleg persoonsvorm 
Huiswerk dinsdag: maken opdr 2+ 3 hfdst 3 woordsoorten blz 91

Slide 16 - Tekstslide

theorie blz 90
klassikaal lezen theorie woordsoorten hfdst 3
hulpwerkwoord (hww) & zelfstandig werkwoord (zww)
blz 90

Slide 17 - Tekstslide

startopdracht blz 90
Neem de zinnen over in je schrift en doe de opdracht.
B.v. Ik zou graag een snelle fiets willen hebben.
Ik wil graag een fiets hebben.
Ik wil graag een fiets

Slide 18 - Tekstslide

Els wil graag een keer gaan bungeejumpen.
zww = .........?
A
wil
B
gaan
C
bungeejumpen

Slide 19 - Quizvraag

Voor een Elfstedentocht moet het echt veel harder gaan vriezen.
zww = .....?
A
voor
B
moet
C
gaan
D
vriezen

Slide 20 - Quizvraag

Had je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee kunnen bewaren?
hww = .....?
A
had
B
beter
C
kunnen
D
bewaren

Slide 21 - Quizvraag

De buurvrouw zal echt wel voor je plantjes willen zorgen tijdens de vakantie.

hww = .....?
A
zal
B
voor
C
willen
D
zorgen

Slide 22 - Quizvraag

Leg uit: wat is de persoonsvorm van een zin?

Slide 23 - Open vraag

persoonsvorm (pv)
Een pv is een werkwoord (ww) in de zin.
Er moet altijd een pv in de zin staan.
1 werkwoord in de zin: dat ww is altijd de pv.

maar hoe vind je de pv bij 2 of meerdere werkwoorden in een zin???

Slide 24 - Tekstslide

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden? (3 mogelijkheden)

Slide 25 - Open vraag

hoe vind je de persoonsvorm?
- zin vragend maken; pv komt vooraan in de zin te staan
- tijdproef: maak de zin van tegenwoordige tijd<> verleden tijd
- getalproef: maak de zin van enkelvoud <> meervoud

Slide 26 - Tekstslide

start huiswerk dinsdag
maken opdr 2 + 3 hfdst 3 woordsoorten blz 91

+ zoeken nieuw leesboek via
www.lezenvoordelijst.nl

Slide 27 - Tekstslide