Dubbele punt en aanhalingstekens
1 / 10
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Boeken
Hoe breek je dit woord juist af?
Hoe breek je dit woord juist af?
A
b-oeken
B
boe-ken
C
boek-en
D
boeke-n
Slide 2 - Quizvraag
Bommen
Hoe breek je dit woord juist af?
Hoe breek je dit woord juist af?
A
bo-mmen
B
b-ommen
C
bom-men
D
bomm-en
Slide 3 - Quizvraag
Jongen
Hoe breek je het woord juist af?
Hoe breek je het woord juist af?
A
jon-gen
B
jo-ngen
C
jong-en
Slide 4 - Quizvraag
Arrogant
Op welke plek(ken) kun je het woord afbreken?
Op welke plek(ken) kun je het woord afbreken?
A
ar-ro-gant
B
a-rro-gant
C
arro-gant
Slide 5 - Quizvraag
papieren
Schrijf het woord op, met een streepje op de plekken waar je kunt afbreken.
Schrijf het woord op, met een streepje op de plekken waar je kunt afbreken.
Slide 6 - Open vraag
telefoon
schrijf het woord met afbreekstreepjes
schrijf het woord met afbreekstreepjes
Slide 7 - Open vraag
Bereikbaarheid
Waar zie je alle mogelijkheden waarop je dit woord kunt afbreken?
Waar zie je alle mogelijkheden waarop je dit woord kunt afbreken?
A
Bere-ik-baar-heid
B
Be-reik-ba-ar-heid
C
Bereikbaar-heid
D
Bereik-baar-heid
Slide 8 - Quizvraag
circusact
Schrijf het woord met het streepje op de juiste plek
Schrijf het woord met het streepje op de juiste plek
Slide 9 - Open vraag
Aapachtig
A
aa-pach-tig
B
aap-achtig
