Grammatica - blok 2 - les 2 - lijdend voorwerp

Blok 2 - Grammatica
 Zinsontleding - Lijdend voorwerp

  • Telefoon in telefoonhotel
  • Ga zitten
  • Leg je boek/schrift/etui op tafel
  • Wacht in stilte tot de les gaat beginnen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Blok 2 - Grammatica
 Zinsontleding - Lijdend voorwerp

  • Telefoon in telefoonhotel
  • Ga zitten
  • Leg je boek/schrift/etui op tafel
  • Wacht in stilte tot de les gaat beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. Absentie
  2. Huiswerk bespreken
  3. Opwarmen
  4. Uitleggen
  5. Oefenen
  6. Nabespreken (doelen bereikt?)


Wat gaan we doen?
2

Slide 2 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Blok 2 Grammatica - opdracht 1, 2, 3, 4, 5
Nabespreken huiswerk
2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Splitsbare werkwoorden- wat weet je nog?
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
2
Online methode

Slide 4 - Tekstslide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Kunnen
  • Je weet hoe je het lijdend voorwerp in een zin vindt.


Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:
  • pv
  • wwg (incl. splitbaar en met te)
  • ond
  • lijdend voorwerp


Weten
2

Slide 5 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Schrijf deze zinnen op in je schrift.
  1. Ik zoek.
  2. Ik ontmoet.
  3. Ik koop.

2
Voor een goed begrip van de werkwoorden zoeken, ontmoeten en kopen is nog een extra zinsdeel nodig. 
Een zinsdeel dat antwoord geeft op de vraag wie? of wat?
1
Vul de drie zinnen aan met een derde zinsdeel dat antwoord geeft op de vraag wie? of wat?
2
Bedenk twee werkwoorden waarbij dit extra zinsdeel niet per se nodig is. 
3
  • vallen (De sneeuw valt) 
  • beginnen (De film begint)
3 - antwoord

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Uitleg - lijdend voorwerp
R Een basiszin bestaat minimaal uit twee delen:
- een deel dat aangeeft wat er gebeurt. (wat gebeurt er?)
- een deel dat aangeeft wie het doet. (wie doet het?)

Bij sommige werkwoorden heb je dan nog steeds niet genoeg informatie om te weten wat er precies gebeurt.
2
voorbeelden
Eten
Ik eet. (een appel? een boterham? een broodje hete kip?)

Omhakken
Ik hak om. (een boom? een paal?)

Slide 7 - Tekstslide

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Uitleg - zinnen ontleden
R Ontleden doe je in een vaste volgorde:
  1. pv       (tijdproef)
  2. wwg   (alle werkwoorden in de zin/splitsbare ww/werkwoorden met                te)
  3. ond     wie of wat + wwg
  4. lv         wie of wat + wwg + ond
Grammatica-animatie
2

Slide 8 - Tekstslide

Tijdens deze fase richt je de aandacht van de leerlingen op de lesstof en activeer je de voorkennis.

Blok 2 - Zelfstandig werken
Lees
Lees de opdrachten met de voorbeelden goed door.
Lees de gele theorie goed door
Maak
Opdracht 6*, 7, 9, 10, 11, 12, 
Hoe
1e tien minuten alleen en in stilte
Daarna samenwerken
Tijd
25 min.
Eerder klaar?
Online lesmethode
Bijspijkeropdrachten Grammatica Blok 1
Resultaat
Af tijdens de les
timer
25:00
2

Slide 9 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Kunnen
  • Je kunt het wwg met te benoemen.
  • Je weet wat een splitsbaar werkwoord is.
  • Je weet hoe je het lijdend voorwerp in een zin vindt.


Je kunt de volgende zinsdelen benoemen:
  • pv
  • wwg (incl. splitbaar en met te)
  • ond
  • lijdend voorwerp


Weten
Leerdoel gehaald?
Maak de Zelftoetsen Grammatica Blok 1 en Blok 2
2

Slide 10 - Tekstslide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat niet af is tijdens de les.

+

Zelftoetsen Grammatica Blok 1+2
Evaluatie en huiswerk

Slide 11 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.